Woordenschat H3: Voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen
timer
15:00
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2
Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
timer
15:00
Slide 1 - Diapositive
Doel van deze les
Ik kan vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken.
Slide 2 - Diapositive
Welke voorzetsels ken je nog?
Slide 3 - Carte mentale
Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen
Je hebt geleerd wat voorzetsels zijn. Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel (je gebruik dit werkwoord altijd in combinatie met dat voorzetsel).
Er zijn ook voorzetseluitdrukkingen.
Slide 4 - Diapositive
Woordenschat H3
Vaste voorzetsels komen voor bij:
werkwoorden: afhangen van, kennismaken met
combinaties van zelfstandig naamwoord + werkwoord: bezwaar hebben tegen, gebrek hebben aan
combinaties van bijvoeglijk naamwoord en werkwoord:bang zijn voor, blij zijn met, dol zijn op
Slide 5 - Diapositive
Woordenschat H3
Voorzetseluitdrukkingen: vaste woordcombinaties met één of meer voorzetsels die als geheel de functie heeft van een voorzetsel. Je kunt een voorzetseluitdrukking vervangen door één voorzetsel.
door middel van > door, met
in verband met > door, wegens
Slide 6 - Diapositive
Oefenen met vaste voorzetsels!
Slide 7 - Diapositive
Hij distantieerde zich volledig ... de keuze die door de coachgroep was gemaakt.
A
in
B
met
C
voor
D
van
Slide 8 - Quiz
Heb jij ervaring ... Prezi?
A
in
B
met
C
voor
D
van
Slide 9 - Quiz
Wie stemt ... met dit voorstel?
A
in
B
met
C
voor
D
van
Slide 10 - Quiz
1. Ik ben erg onder de indruk ... de mooie promotiefilmpjes die jullie hebben ingestuurd. 2. Ik heb geen ervaring ... computertaal. 3. Ze heeft wel kijk ... dat soort zaken.
Slide 11 - Question ouverte
Tip!
Leer de vaste voorzetsels + voorzetseluitdrukkingen uit je hoofd. Zie woordenlijst bij lesmateriaal.
Slide 12 - Diapositive
Aan de slag!
Maak H3 taalverrijking (zie studieplanner)
Je mag dit samen doen, maar overleg zachtjes.
Kies zelf of je uit het boek of online werkt.
Slide 13 - Diapositive
Checkvragen
Wanneer komt een vast voorzetsel voor?
Geef twee voorbeelden van een vast voorzetsel.
Je kunt een voorzetseluitdrukking vervangen door...
Slide 14 - Diapositive
Checkvragen
Wanneer komt een vast voorzetsel voor?
bij werkwoorden, zelfst. nw + ww, bijv. nw. + w
Geef twee voorbeelden van een vast voorzetsel.
Bijv.: hopen op, rekening houden met
Je kunt een voorzetseluitdrukking vervangen door...
een voorzetsel
Slide 15 - Diapositive
Doel van deze les
Ik kan vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken.