M3 fictie Selfie

Selfie
fictie en non-fictie
vertelperspectief
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Selfie
fictie en non-fictie
vertelperspectief

Slide 1 - Diapositive

fictie       -       non-fictie
  1. Time bender
  2. Ik was één van hen
  3. 54 minuten
Vraag: wat is echt, wat kan echt en wat is fantasie? Antwoord in volgende dia.

Slide 2 - Diapositive

Welk verhaal is echt, welk verhaal is net echt en welk verhaal is fantasie?

Slide 3 - Question ouverte

Relatie fictie en werkelijkheid
Veel verhalen in boeken, films, strips en televisieseries zijn verzonnen. De schrijver schrijft het verhaal op om de lezer te vermaken. Hij hoeft dus niet de waarheid te vertellen. Deze verzonnen verhalen noemen we fictie. Artikelen die in kranten en tijdschriften staan, zijn waargebeurd. Dit zijn zakelijke teksten. 
Sommige fictie zou wel in het echt gebeurd kunnen zijn. Deze verhalen lijken op de werkelijkheid en worden daarom realistisch genoemd. De personen zijn gewone, echte mensen, maar bestaan niet echt. In zulke verhalen herken je soms dingen uit je eigen leven, ze gaan bijvoorbeeld over vriendschap of pesten. 
Hoe zit dat met Selfie?

Slide 4 - Diapositive

Hoe zit dat met Selfie?
A
realistische fictie
B
niet-realistische fictie
C
non-fictie
D
weet niet

Slide 5 - Quiz

perspectief (vertelstand)
-  Hij/zij-verhaal,  
-  Wisselend vertelperspectief of

Slide 6 - Diapositive

Van wie weet je wat hij/zij voelt, denkt en ervaart?
A
Raf
B
Mirte
C
vader
D
Lauren

Slide 7 - Quiz

Welk perspectief wordt in Selfie gebruikt?

Slide 8 - Question ouverte

Te doen:
Maak de onderdelen: fictie, perspectief en hoofdpersonen van de eindopdracht.
Let goed op: uitleg

leren: theorie die onderaan de opdrachten staat.
lezen: Selfie t/m hoofdstuk 6 of verder. Beantwoord de vragen uit document vragen bij Selfie 3 t-m 6.
(Klaar voor donderdag 28 mei)

Slide 9 - Diapositive

te doen:
Uitleg overige onderdelen Selfie-opdracht
  • thema's
  • plaats en tijd
  • beoordeling

Slide 10 - Diapositive

thema
Waarover gaat het verhaal eigenlijk?
Antwoord op deze vraag zo kort mogelijk geformuleerd is het thema.
Hoofdonderwerp in één woord
Allerkortste samenvatting

Slide 11 - Diapositive

Wat is het thema van 8e groepers huilen niet?
A
oorlog
B
mishandeling
C
verliefdheid
D
dood

Slide 12 - Quiz

Wat is het thema van Spijt?
A
vriendschap
B
schuld en boete
C
pesten
D
onderduiken

Slide 13 - Quiz

Wat is het thema van leven van een loser?
A
wraak
B
verveling
C
verliefdheid
D
grooming

Slide 14 - Quiz

thema's
en nog veel meer

Slide 15 - Diapositive

Vragen over thema's?

Slide 16 - Question ouverte

thema 'grooming'

Slide 17 - Diapositive

plaats en tijd
chronologische volgorde: verteld in de tijd zoals het verhaal zich afspeelt
wisseling van tijd:
tijdsprong: de schrijver slaat een paar uur, paar dagen, paar weken of zelfs een paar jaar over. Hij/zij laat het verhaal een sprong in de tijd maken.
terugblik/flashback: De schrijver laat het personage terugdenken aan een gebeurtenis die eerder heeft plaatsgevonden of de schrijver omschrijft een gebeurtenis uit het verleden.
flashforward: De schrijver verklapt al iets wat in de toekomst kan gebeuren.

Slide 18 - Diapositive

plaats en tijd
heel algemeen: in een bepaald land of werelddeel
specifieker: op school, bij het voetbalveld, thuis, in het bos, op de slaapkamer, bij een vriend thuis, in de sportschool, in een café, op een terras, in de winkel, .....

wisseling van tijd en/of plaats: aan het begin van een hoofdstuk of bij een nieuwe alinea. Te herkennen aan een witregel.

Slide 19 - Diapositive

beoordeling
  • emotieargument: roept het boek of de film gevoelens bij je op? 
  • identificatieargument: kun je je identificeren met de hoofdpersoon en wat hem overkomt? 
  • realismeargument: geeft een boek of film een goed beeld van de werkelijkheid? 
  • spanningsargument: is het boek of de film spannend? 
  • structuurargument: is de opbouw van het boek of de film goed of bijzonder; is er één verhaallijn of zijn er meer verhaallijnen, die elkaar afwisselen? 
  • vernieuwingsargument: is het verhaal origineel? 

Geef altijd een argument en een voorbeeld uit het boek bij jouw mening!!!

Slide 20 - Diapositive

Wat vind je tot nu toe van de structuur van Selfie?

Slide 21 - Question ouverte

Kun je je identificeren met Mirte? Waarom wel of waarom niet?

Slide 22 - Question ouverte

Geeft het boek een goed beeld van de werkelijkheid? Waarom wel of waarom niet?

Slide 23 - Question ouverte

Welke emoties roept het verhaal bij je op?

Slide 24 - Question ouverte

te doen (donderdag 4 juni):
  • boek uitlezen
  • maken rest van de deelopdrachten SE Selfie.


  • inleverdatum SE fictie Selfie verslag: 11 juni
  • SE fictie theorie: maandag 22 juni (alle theorie die onder de opdracht staat)

Slide 25 - Diapositive

Vragen? Opmerkingen?

Slide 26 - Question ouverte