Les 1 - Begeleiden ambulante en thuiszorg

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Welkom! 

Vak: 

• Begeleiden in de
    ambulante en thuiszorg 
  
  

Wanneer: 

• Iedere vrijdag. 
• Eén keer op maandag. 

Programma 

• Opdracht stellingen
• Opdracht introductie  
• Opdracht leerdoelen 
• Theorie & video 
• Stappenplan (theorie) 
• Opdrachten Boom 
• Afsluiting  

Opdracht stellingen 

We beginnen met een aantal stellingen. 

Rood = oneens. 

Groen = eens. 

Stelling 1 

• Als er iemand bij mij langs komt zorg ik dat
   het netjes en opgeruimd is. 

Stelling 2 

• Iedereen is bij mij altijd welkom. Ik vind het prima als er onverwacht bezoek komt.  

Stelling 3 

 

• Als er iemand op bezoek komt haal ik voor het bezoek eten en drinken in huis.

     Bijvoorbeeld een koekje voor bij de thee.  

Stelling 4 

• Bij ons thuis doen we onze schoenen uit bij de deur. Als er bezoek komt moeten zij ook hun schoenen uitdoen.  

Stelling 5 

• Als er iemand langskomt is het prima als zij zelf wat te eten of te drinken pakken uit de keuken.  

(waarom deze stellingen?) 

Visite

Het belangrijkste om te onthouden als je ambulant of in de thuiszorg werkt: 

• Je bent te gast in iemand anders zijn huis! 

Wat weet je al? 

• Vorm een tweetal
• Wissel ervaringen uit 
• Wat weet je al van
   thuiszorg? 
• Wat weet je al van ambulante zorg?  
  

Leerdoelen 

1. Je kunt uitleggen wat thuiszorg en ambulante zorg is, welke visie en opvattingen hierachter zitten en hoe deze zorg bij kan dragen aan de kwaliteit van leven en wonen; 

2.   Je kunt uitleggen hoe de zorg en ondersteuning binnen de thuiszorg en ambulante zorg georganiseerd is

3.  Je kunt vertellen  welke vorm van ambulante zorg passend is bij verschillende doelgroepen en verschillende ondersteuningsbehoeften

4. cliënten en hun ouders in de GHZ begeleiden en ondersteunen binnen de thuiszorg en ambulante zorg.

Wat wil je leren? 

We gaan het deze periode hebben over de ambulante- en thuiszorg. Neem even een momentje voor jezelf en denk na over het volgende: 

• Wat wil jij leren over de ambulante- en thuiszorg deze
    periode? 
• Noteer voor jezelf twee leerdoelen. 

Thuiszorg 

• Richt voor voornamelijk op ondersteuning op het gebied van huishouden en verpleging. 
• Praktische zaken. 
• Licht tot intensief. 

Ambulante zorg 

• Gericht op het begeleiden. 
• Leren van vaardigheden. 
• Plannen, koken, opvoeding,
   financiën. 
• Licht tot intensief. 

Welke vorm van zorg past bij een MZ-er? 

Visie ambulante zorg 

Bij het begeleiden van de cliënt gaat het altijd om de eigen kracht en mogelijkheden van de cliënt en zijn netwerk. De wensen en behoeften van de cliënt staan hierbij centraal en het werk is vraaggericht (de cliënt geeft aan wat hij nodig heeft). De cliënt houdt zo veel mogelijk de regie over zijn eigen leven. De hulpverlener neemt alleen over wat echt noodzakelijk is.

Ambulante zorg 

De overheid wil dat mensen zo lang mogelijk (met ambulante zorg) thuis blijven wonen.  Ambulante zorg is goedkoper dan intramurale zorg. 

• Bedenk in tweetallen drie voordelen voor de cliënten.
    Waarom zou ambulante zorg beter zijn? 
• Wat zou een nadeel kunnen zijn? 

Voordelen ambulante zorg 

• Client blijft in zijn vertrouwde omgeving. 
•  De zelfstandigheid van de cliënt wordt gerichter gestimuleerd. 
• De begeleider komt in de leefsituatie van de cliënt. Begrijpt de leefsituatie van de cliënt hierdoor beter. 
• Client blijft 'in' de maatschappij. 

Nadelen ambulante zorg 

• Client kan niet direct een beroep doen op begeleider. 
•  Client kan informatie achterhouden (minder zicht). 
• Client heeft meer zorg nodig (te lang thuis wonen). 

Theoriebron 10 

Het aanvragen van ambulante- of thuiszorg is voor veel cliënten ingewikkeld. 

• Vorm een drietal.
• Lees theoriebron 10. 
• Zet de informatie over het aanvragen van zorg in een overzichtelijk stappenplan voor een cliënt. 

Opdrachten Boom 

• 4, 6 (A t/m 6E), 8(A,B,C) 

Afsluiting 

• Beschrijf de les in één woord. 
• Noem één ding wat je geleerd hebt vandaag.