§2.4 Geld moet rollen!
1 / 21
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 4 - Diapositive
Waarom is de rente op een lening hoger dan die op een spaarrekening?
Slide 5 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Henk leent € 7.000. Hij betaalt 60 maanden lang € 130 per maand.
Bereken de kredietkosten die Henk betaalt.
Bereken de kredietkosten die Henk betaalt.
Slide 6 - Question ouverte
(60 x € 130) - € 7.000 = € 800
Slide 7 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 8 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 9 - Diapositive
waar gebruik je geld voor? Geef je alles uit?
Slide 10 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 11 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 12 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 13 - Diapositive
Waarom is de rente op een lening hoger dan die op een spaarrekening?
Waarvoor kun je bij de bank terecht?
Slide 14 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 15 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 16 - Lien
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 17 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 18 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 19 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 20 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Je hebt een creditsaldo van € 189,50 op je rekening. Je koopt schoenen van
€ 85,25. Je rekent een drankje af voor € 6,20. Daarna koop je een trui van
€ 35,95 en een broek voor € 69,99. Alle betalingen doe je met je pinpas.
Bereken je saldo. Is het een debet- of creditsaldo?
€ 85,25. Je rekent een drankje af voor € 6,20. Daarna koop je een trui van
€ 35,95 en een broek voor € 69,99. Alle betalingen doe je met je pinpas.
Bereken je saldo. Is het een debet- of creditsaldo?
Slide 21 - Question ouverte
- € 7,89
