Les 2 Cursus 1 Meer dan lezen Nieuw Nederlands klas 2 KGT

Welkom bij Nederlands
Op tafel:
Leesboek en 
laptop. (dicht!)
timer
5:00
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands
Op tafel:
Leesboek en 
laptop. (dicht!)
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:
  • stil lezen
  • praten over je boek
  • instructie
  • zelfstandig werken
  • evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Stil lezen
timer
8:00

Slide 3 - Diapositive

Vertel...

Slide 4 - Diapositive

Lesdoel
 Aan het eind van de les kan ik: - de betekenis van onbekende woorden in een tekst ontdekken door woordraadstrategieën te gebruiken.

Slide 5 - Diapositive

Instructie
Als je in een tekst een onbekend woord tegenkomt, kijk dan eerst of je de betekenis uit de tekst kunt halen. Gebruik hiervoor een woordraadstrategie. Je hebt hiervoor de volgende manieren al geleerd: een synoniem, een omschrijving en een voorbeeld zoeken.

Je leert nu twee nieuwe woordraatstrategieën. 

Slide 6 - Diapositive

Instructie
1. Een tegenstelling zoeken
Je kunt de betekenis van een onbekend woord soms vinden doordat er in de tekst een tegenstelling van dat woord staat. Een tegenstelling is een woord dat precies het tegenovergestelde betekent.
Bijvoorbeeld: boven ↔ onder; hoog ↔ laag; veilig ↔ gevaarlijk; klassiek ↔ modern.

Slide 7 - Diapositive

Instructie
Zo zoek je een tegenstelling
Let in de tekst op de woorden maar, echter, toch, daarentegen. Aan deze woorden kun je zien dat er een tegenstelling in de tekst staat.
Nieuwe games zijn vaak prijzig, maar in de uitverkoop zijn ze goedkoop.
Het woord prijzig is een tegenstelling van goedkoop. Prijzig betekent dus duur.

Slide 8 - Diapositive

Instructie
2. Een bekend woorddeel zoeken
Als je de betekenis van een woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend deel in dat woord. Deze strategie kun je toepassen bij woorden die zijn samengesteld uit twee of meer woorden, bij woorden met een voorvoegsel en bij woorden met een achtervoegsel.

Slide 9 - Diapositive

Instructie
Zo zoek je een bekend woorddeel

Kijk welke delen van het woord jij al kent. 
Bijvoorbeeld:
inkoopmedewerker. Je kent het woord inkoop en het woord medewerker. Een inkoopmedewerker is dus iemand in het bedrijf die meehelpt met de inkoop.

Slide 10 - Diapositive

Instructie
Kijk of er een voorvoegsel voor het woord staat, bijvoorbeeld: on-, her-.
Bijvoorbeeld:
ongezond. Je weet dat on- hetzelfde is als niet of zonder. Ongezond betekent dus niet gezond.
hergebruiken. Je weet dat her- opnieuw betekent. Hergebruiken betekent dus opnieuw gebruiken.

Kijk of er een achtervoegsel achter het woord staat, bijvoorbeeld: -vol, -loos, -rijk.
– naamloos. Je weet dat -loos hetzelfde is als zonder. Naamloos betekent dus dat iets zonder naam is, het heeft geen naam.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Zelfstandig werken
Jullie gaan via SomToday naar leermiddelen. Kies voor Nieuw Nederlands. Je gaat naar Cursus 1 - meer dan lezen paragraaf 2 'Onbekende woorden'.
Je maakt tijdens de les de opdrachten 1 tot en met 4 helemaal af. Opdrachten 5 en 6 zijn huiswerk. 

Slide 13 - Diapositive

Evaluatie




Huiswerk voor maandag 3 februari : 
Cursus 1 paragraaf 2 opdrachten 5 en 6 afmaken. 

Slide 14 - Diapositive

Tot vrijdag!

Slide 15 - Diapositive