Verbranding en milieu

Verbranding en het milieu
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
TechniekVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Verbranding en het milieu

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom eten ijsberen wel zeehonden maar geen pinguïns?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 3 fossiele brandstoffen.

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar worden fossiele brandstoffen allemaal voor gebruikt?

Slide 4 - Carte mentale

Alle leerlingen kunnen actief meedoen. Vraag: waar worden fossiele brandstoffen voor gebruikt?
Mogelijke antwoorden: om mee te koken (gasfornuis), om te verwarmen, om mee te reizen (autobrandstof), om fabrieken mee draaiende te houden, om elektriciteit mee op te wekken.
Fossiele brandstoffen worden uit de aarde gehaald en verbrand om auto te laten rijden, producten te maken, ons huis te verwarmen etc.
steenkool
aardolie
aardgas

Slide 5 - Diapositive

Steenkool, aardolie (boorplatform Noordzee) en aardgas.
Wat is het grootste nadeel van het verbranden van fossiele brandstoffen.
A
broeikaseffect
B
aardbevingen
C
tsunami
D
orkanen

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk broeikasgas wordt uitgestoten bij het verbranden van fossiele brandstoffen?
A
methaan
B
koolstofdioxide
C
waterdamp
D
stikstof

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stof is geen verbrandingsgas van aardgas
A
koolstofmono-oxide
B
koolstofdioxide
C
stikstof
D
waterdamp

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk van de volgende twee uitspraken over het broeikaseffect zijn waar
A
broeikaseffect is nodig om leven te laten ontstaan op een planeet
B
versterkt broeikaseffect ontstaat door koolstofdioxide
C
het broeikaseffect bestaat helemaal niet
D
verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor versterkt broeikaseffect

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zure regen en smog
Bij de verbranding van steenkool ontstaan de volgende verbrandingsgassen (uitlaatgassen):
  • Zwaveldioxide
  • Stikstofoxiden

Deze uitlaatgassen
reageren met water 
tot 'zure regen'.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Effecten zure regen 
(bomen en beelden worden aangetast)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitlaatgassen veroorzaken zure regen?
A
koolstofdioxide
B
zwaveldioxide
C
stikstofoxiden
D
koolstofmono-oxide

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedreigen
Zure regen.......het milieu.
A
bedreigd
B
bedreigt
C
bedreigde
D
bedreigte

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is GEEN gevolg van zure regen?
A
afbrokkelen van gebouwen
B
klimaatverandering
C
vissterfte in oppervlaktewater
D
bomen gaan dood

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Smog
Smog
Smoke + fog = Smog

Letterlijk vertaald: door rook en uitlaatgassen vervuilde mist.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Smog
  • Luchtvervuiling
  • Uitlaatgassen
  • Fijnstof
  • Windstil 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is smog?
A
Hetzelfde als mist
B
Barbecue lucht
C
Rooklucht
D
Vervuilde lucht dat blijft hangen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

‘De Nederlandse regering moet snel met alternatieven komen voor fossiele brandstoffen’
A
Eens
B
Oneens

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

We kunnen gewoon doorgaan met het verbranden van fossiele brandstoffen. De aarde zal er niet onder lijden.
A
eens
B
oneens

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem drie alternatieven voor fossiele brandstoffen

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 3 stoffen (uitlaatgassen) die vrijkomen bij de verbranding van fossiele brandstoffen

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe jij goed om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

11

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions