Moeilijke onderwerpen

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Moeilijke onderwerpen

Miedema

Wat gaan we vandaag doen?

Mededeling

Controlevraag

Uitleg

Instructie zelfstandig werken

Terugblik vandaag

Alle opdrachten moeten worden gemaakt voor 29 juni!!

Deadline script- en filmopdracht  vandaag!

Hoe gingen de opdrachten?

Vandaag, moeilijke onderwerpen: 

Vandaag, moeilijke onderwerpen: 

Zij/ hun

De/het die/dat

Vandaag, moeilijke onderwerpen: 

Aan het einde van de les kun je de juiste woorden op de goede plek invullen.

(De/het die/dat zij/hun)

Wat zijn stijlkwesties?

En waarom is het belangrijk?

Zij/hun

Zij/hun

Hun hebben gisteren de keuken opgeruimd
Zij hebben gisteren de keuken opgeruimd

Theorie:

‘Zij’ gebruik je als onderwerp.

Voorbeeld: Zij hebben een auto gekocht.

Theorie:

‘Hun’ gebruik je in twee gevallen.

1. Als bezittelijk voornaamwoord.

Voorbeeld: Gisteren hebben de buren hun auto verkocht.

2. Als meewerkend voorwerp zonder voorzetsel.

Voorbeeld: Hij heeft hun straf gegeven.

Theorie:

Wat hebben zij/hun dat goed geregeld!
Wist je dat zij/hun geschorst zijn?
Zij/hun busje rijdt op de weg.
Ik had het zij/hun al voorspeld!

De/ het en die/dat

De/ het en die/dat

Het huis dat/wat/die daar staat.

Rozanne heeft die/dat wedstrijd gewonnen.

Het betrekkelijk voornaamwoord die verwijst naar de-woorden; dat naar het-woorden, ongeacht het biologisch geslacht. Naar het-woorden die personen aanduiden (meisje, mannetje, vrouwtje, ventje, neefje, nichtje, familielid, Tweede Kamerlid enzovoort), wordt met dat verwezen.

Zijn vriendinnetje, die/dat ik net heb leren kennen, vindt mij wel aardig.

Aan de slag!

Werk verder aan de opdrachten in Studiemeter.

Dat is 1F > opdrachten
Tot 5 minuten voor tijd

Hoe gingen de opdrachten?

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je de juiste woorden op de goede plek invullen.

(De/het die/dat zij/hun)

Toets is op 29 juni!

Toets wordt gemaakt op laptop.

Programma

Moeilijke onderwerpen deel 2/ afronding Studiemeter - 22 juni
Toets 29 juni!