Les 3 : Risico-analyse deel 2 + begeleidingsmethodieken deel 1

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

W5+ W6 +W7 - casusgericht onderwijs 

Les 3 (Lw 13)-Risicoanalyse deel 2 + Begeleidingsmethodieken deel 1 

Inhoud

• Welkom: AWR
• Leerdoelen

• Terugblik voor de vakantie + herhaling 
  
• Risico-analyse deel 2 + bonusopdracht W5 uitleg

• Basis begeleidingsmethodieken/techniek 
• Casussen 4x doorlezen 
• Huiswerkopdracht- begeleidingsmethodiek stage
• Afsluiting 

Theorie:

• Uitleg over begeleidingsmethodieken:
  
• Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen thema 2.5 & thema 4.14 begeleidingsmethodieken en
  begeleidingstechnieken
  
  
• https://www.google.com/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=&ved=2ahUKEwiE35Wbjd3vAhX3_rsIHW4FDSUQFjAAegQIAxAD&url=https%3A%2F%2Fbib1920-mz-albeda.learningmatters.nl%2Fstorage%2Fapp%2Fmedia%2Fmethodieken-stijlen-en-technieken%25201.pptx&usg=AOvVaw1kAeWszHYBn4sRwmIWkLjA

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kan de student uitleggen hoe hij/zij een risicoanalyse kan maken aan de hand van de theorie 
  
  
• Aan het eind van de les kan de student benoemen welke begeleidingsmethodieken er zijn en de koppeling maken met de korte casussen.  
  
  

• Aan het eind van de les kan de student benoemen welke begeleidingstechnieken er zijn en de koppeling maken met de korte casussen.
  
  
• Aan het einde van de les kan de student de verschillende gespreksvormen benoemen en uitvoeren bij de casussen. 

Terugblik en herhaling

1. Wat is het doel van het maken van een risicoanalyse?

Welke 4 risicoreacties
zijn er?

Bij welke ervaringsfase hoort onderstaande beschrijving:
'Hij/zij ervaart en ordent de wereld door zijn zintuigen''

1. Associatieve ervaringsfase
2. Structurerende ervaringsfase
3. Vormgevende ervaringsfase
4. Lichaamsgebonden ervaringsfase

Disharmonisch profiel zorgt vaak voor 'overvraging' bij cliënten..
(klassikaal toelichten)

1. Ja
2. Nee

Risicoanalyse

"Een methode waarbij nader benoemde risico's worden gekwantificeerd door het bepalen van de kans dat een dreiging zich voordoet en de gevolgen daarvan."

Herhaling- Risicoanalyse - Begrippen

Risico: De verzameling van de kansen op allerlei ongewenste gebeurtenissen van een bepaalde omvang die bij een bepaalde activiteit (situatie) kunnen plaatsvinden. 
Prioriteit: datgene wat voorrang krijgt of hoort te krijgen.

Risicobeheersing: de manier waarop je omgaat met het risico (risicoreactie: zie volgende dia)

Maatregel: handeling of ingreep met een bepaald doel.

Evalueren: achteraf bespreken om ervan te leren.

Herhaling- Risicoreactie

• Vermijden: zorgen dat het niet voorkomt/gebeurt.
  Bijvoorbeeld: iemand mag na 17 uur niet meer naar buiten.
  
  
• Reduceren:  zorgen dat het gedrag vermindert wordt.
   Bijvoorbeeld: heldere afspraken maken over het gedrag.
  
  
• Overdragen: Zorgen dat de verantwoordelijkheid bij een andere partij komt te liggen . Bijvoorbeeld: Je schakelt een orthopedagoog in om de cliënt te begeleiden.
  
• Accepteren: Accepteren dat de situatie niet aan te pakken is.
  Bijvoorbeeld: Een cliënt naar buiten laten gaan in de avond, omdat je geen recht hebt om hem/haar binnen te houden.
  
  
  

Risicoanalyse- bonusopdracht W5

Voor de vakantie hebben jullie geoefend met de casus van Mira. Voor de bonusopdracht van W5 maken jullie ook een risicoanalyse. Willen jullie die van de casus Mira gebruiken? Dat mag maar zorg dan dat ze wel super compleet is!!. Laat duidelijk zien dat je onderzocht hebt wat de risico's zijn m.b.t. het profiel van Mira (LVB kennis). 

Gebruik je een voorbeeld vanuit je stage dan kun je denken aan:
Deze lever je in voor 28 mei, 23.59u op teams! 

https://digibib.consortiumbo.nl/uitgave/57128/e626e59f-9363-48fe-8248-10340d768803/

Bonusopdracht W6 en W7? 

Wil je ook extra bonuspunten op je toets behalen voor W6 en W7? Maak dan gebruik van de bonusopdrachten zie lesplanner- en zorg dat je deze voor 21 juni inlevert bij je docent via teams (voor 23.59u). 

W6- deskundigheidsopdracht- verdiep je in een doelgroep naar keuze,  maak een korte samenvatting van het onderwerp/ nieuws/onderdeel waarin je je hebt verdiept mbt deze doelgroep, en formuleer hierbij een stelling. Je bedenkt zowel een voor als  tegenargument. 
Bijvoorbeeld stelling: ''Domotica is essentieel in de ouderenzorg''  

W7- Evalueerchallenge- elkaar coachen in bewegen en hiervan een evaluatiegeverslag schrijven. Gebruik hierbij het evaluatieformat. 

Theorie begeleidingsmethodieken

Begrippen

1. Begeleidingsmethodiek

Geheel van op theorieën gebaseerde begeleidingsmethoden die worden gebruikt om een doel te bereiken. De methodiek bestaat uit handelingsrichtlijnen, praktische handvatten, etc.

2. Begeleidingsstijl

Manier van begeleiden, gericht op de mate van sturing 

3. Begeleidingstechniek

Kennis, vaardigheid en hulpmiddelen die je inzet in de begeleiding om een doel te bereiken

1. Begeleidingsmethodieken 1.0 (boek)

- 8 fasen-model - volgens stappen werken, leefgebieden, eigen kracht

- Systemisch werken - groter geheel, relatie tot familie/vrienden/omgeving

- Motiverende gespreksvoering- gesprekstechnieken waarbij het doel = gedragsverandering door motivatie aan te spreken

- Oplossingsgericht werken- cliënt weet zelf best de oplossing, sterke kanten aanspreken

- Belevingsgerichte zorg - doel = aansluiten op belevingswereld, Warme zorg, RO(B), Levensboek, reminiscentie 

- Muzisch agogisch werken - creatieve activiteiten stimuleren tot veranderingsproces, focus ligt op proces 

- Creatieve activiteiten

- Bewegingsactiviteiten

- Muziektherapie / dansen/ mindfulness - muziek/dans/ontspanningsoefeningen wordt ingezet om verandering/verbetering of ontwikkeling tot stand te brengen.

Boek: Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen. Thema 2.5 'Begeleidingsmethodiek' 
             Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen Thema 4.14 'Begeleiding en woonvormen mensen met dementie' 

Begeleidingsmethodieken 2.0 

Maar los van jullie boek zijn er nog veel meer begeleidingsmethodieken.  Methodieken die bekend zijn en waar jullie mee te maken kunnen krijgen: 

• Active Support (licht en matig verstandelijk beperkt) 
• Triple C (gehandicaptenzorg, ASVZ, jeugdzorg)
  
• LACCS Methode (gehandicaptenzorg) 
• Totale Communicatie (ernstig meervoudig beperkt)
  
• Herstelondersteunende zorg (psychiatrie)
  
• Empowerment (psychiatrie, gehandicaptenzorg, vrouwenopvang)
  
• Rehabilitatie (psychiatrie) 
• Geef me de vijf methode (ASS, gehandicaptenzorg, speciaal onderwijs) 

Kortom er zijn heel veel methodieken te vinden in het zorg&welzijn domein. 

2. Begeleidingsstijlen
 Twee manieren/indelingen: 

1. Traditionele benaming: 

•  Autocratisch/autoritair (sturend) 
  
•  Democratisch (overleg) 
  
•  Laisser- Faire (op de achtergrond) 

2. Hersey en Blanchard benaming: 

• Instrueren (onbekwaam, ongemotiveerd/onzeker)
  
• Overleggen (bekwaam, ongemotiveerd/onzeker)
  
• Overtuigen (onbekwaam, gemotiveerd)
  
• Delegeren (bekwaam, gemotiveerd)
  

3. Begeleidingstechnieken 

• Motiveren
  
• Stimuleren
  
• Activeren

• Structuur bieden
  
• Nabijheid bieden
  
• Time-out
  
• Terughalen naar de werkelijkheid
  
  Technieken kunnen onderdeel zijn van een methodiek, zoals gedragsmodificatie(gedrag beïnvloeden)-> Straffen, Belonen, Negeren.
  

Aan de slag met casuïstiek

Aan de slag in groepjes- introductie: 

Jullie gaan nu in groepjes van 3-4 aan de slag met casuïstiek (Safia, Dhr de Visser, Lois, Mo). 

Dit is een doorlopende opdracht. Dit betekent dat we volgende week verder gaan... neem dus  je tijd om het eerste deel goed af te ronden. Jullie werken dus op eigen tempo. 

Rol docent: coachend en ondersteunend bij verdiepende  vragen rondom de begeleidingsmethodieken en eventuele problematiek.  Docent maakt de groepjes van 3-4 personen. 

Klik de volgende dia's in groepjes door.. 
Volgende les gaan we de opdracht/casussen zodra deze geheel af is bespreken. 

Opdracht 1. verkenning 

Start: de docent maakt groepjes (van 3-4 personen). 

1. Alle groepjes pakken de licentie erbij van ''Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen Thema 2.5- Begeleidingsmethodieken''. Je gaat samen een samenvatting maken van de begeleidingsmethodieken. Schrijf in kernwoorden op wat de begeleidingsmethodiek kenmerkt. Eventueel kun je ook gebruik maken van internet (ter aanvulling). 

-> Hoe je dit doet mag je zelf in je groepje bepalen. Verdeel je de begeleidingsmethodieken onder? Ga je allemaal individueel het hoofdstuk lezen en schrijf je zelf kernwoorden op om vervolgens deze met elkaar te bespreken? 
 De keuze is aan jullie. 

Opdracht 1.1 verkenning 

Klaar met alle begeleidingsmethodieken van 2.5?  Zoek dan ook de volgende begeleidingsmethodieken op. 

Thema 4.14 Ouderenzorg- ROB, Reminscentie, Validation, warme zorg. Kun je niet alle termen terugvinden? Gebruik dan ook internet. 

Verder zoek je ook onderstaande begeleidingsmethodieken op (via internet):
-  ''Herstelgericht werken'' 
-  ''Geef me de vijf methode'' 
-  ''Triple C methode'' 

Schrijf ook hierachter voor welke doelgroep(en) deze methode goed inzetbaar is. 

Opdracht 2. Casussen - verkenning

Nu je je hebt verdiept in een aantal begeleidingsmethodieken ga je aan de slag met de casussen. De docent heeft deze via teams gedeeld met jullie. 

Het gaat om de vier casussen: 
- Safia
- Dhr de Visser
- Lois
- Mo 

Lees deze vier casussen goed door. Markeer eventueel zaken die je opvallen. 
LET OP! De casus Safia komt ook terug bij Engels volgende week. 

Opdracht 2.1 Casussen-toepassen

Je gaat nu per casus de vragen/opdrachten maken. 
Zorg dat je goed samenwerkt en samen op zoek gaat naar de antwoorden. 

Gebruik hiervoor: 
- Je licentie Thieme Meulenhoff  -PBSD maar kijk ook eens in Agogisch medewerker 
-  Je licentie Thieme Meulenhoff- Communicatie 

-  De samenvatting die je hebt gemaakt van de begeleidingsmethodieken 

-  Internet-> let wel goed op welke sites je gebruikt!! 

Casus - Safia 

Opdracht: 
1. Onderzoek wat het ziektebeeld PTSS betekent. Beschrijf de volgende dingen: oorzaak, kenmerken, symptomen en behandeling.
Zie je kenmerken bij Safia terug? Zoja welke? 

2. Je zoekt twee begeleidingsmethodieken die jullie willen inzetten bij het begeleiden van Safia. Welke begeleidingsmethodieken kies je en waarom?

3. Je bereid een kort intakegesprek voor waarbij je helder probeert te krijgen wat het probleem is waar Safia tegenaan loopt. 

Welke vragen stel je (denk aan open vragen)? en waar let je op in je houding bij dit eerste gesprek? 

Casus - Dhr de Visser

Opdracht: 
1. Onderzoek op wat de vier fasen van dementie zijn en schrijf per fase de kenmerken en een voorbeeld op. 
2. Lees de casus goed door, in welke fase(n) van dementie bevindt Dhr. de Visser zich? Wat zie je terug van kenmerken als je kijkt naar deze fase?

3. Welke twee begeleidingsmethodieken zouden jullie inzetten bij Dhr. de Visser? 

4. Dhr de Visser is na 6 weken naar een verzorgingstehuis overgeplaatst. Hier blijft hij 

weigerachtig gedrag vertonen. Hoe kun je hiermee omgaan als begeleider? 
 

Casus - Lois

Opdracht: 
1. Wat is ADHD? Oorzaak, kenmerken, positieve en negatieve kenmerken
2. Waar let je op in de begeleiding in de klas met een kind met ADHD? Do's en dont's? 

3. Welke begeleidingsmethodieken zouden helpend kunnen zijn voor Lois?
Zoek er twee op en beargumenteer.

4. Bedenk voor Mara een manier waarop ze het rekenen aantrekkelijker kan maken voor Lois. Bedenk twee korte rekenactiviteiten waarbij Lois moet optellen en aftrekken. (let op haar spanningsboog en interesses).
Schrijf deze zo uit zodat Mara hiermee aan de slag kan. 

Casus Mosi- ''Mo''

Opdracht 
1. Je gaat samen met Mo kijken naar een sollicitatie. Hij komt met een vacature aan voor een verkoopbaantje bij een kledingzaak. 
Schrijf een plan hoe je Mo het beste gaat voorbereiden op het gesprek/ de sollicitatie. (denk aan do's en dont's, communicatie voorbereiden etc.). 

3. Je zie in Mo een jongen die slim is maar onzeker en vanuit onzekerheid vaak opgeeft in zijn school/werk/sollicitatie. Deze onzekerheid zal hij niet snel toegeven. Je wil aan die onzekerheid gaan werken. Hoe ga je dit doen? Waar houd je rekening mee (lees de casus goed- denk aan communicatie naar Mo toe, positief beïnvloeden etc). 

3. Welke begeleidingsmethodieken zouden goed aansluiten bij Mo en waarom? 

Afsluiting van de les 

Check- tussenstand leerdoelen: 

Volgende week krijgen jullie nog 60-90 minuten de tijd om verder te werken aan de casuistiek opdracht... onderstaande leerdoelen worden dan nog een keer gecheckt. 

• Aan het einde van de les kan de student uitleggen hoe hij/zij een risicoanalyse kan maken aan de hand van de theorie
  
• Aan het eind van de les kan de student benoemen welke begeleidingsmethodieken er zijn en de koppeling maken met de korte casussen.
  
• Aan het eind van de les kan de student benoemen welke begeleidingstechnieken er zijn en de koppeling maken met de korte casussen.
  
• Aan het einde van de les kan de student de verschillende gespreksvormen benoemen en uitvoeren bij de casussen. 

Huiswerk

- Onderzoek bij je stage-instelling met welke begeleidingsmethodiek(en) ze werken. Ga hierover ook kort in gesprek met je stagebegeleider. Wat zie je terug van deze methodiek(en) op de werkvloer? 


- Lees de hoofdstukken van de begeleidingsmethodieken nogmaals goed door

- Kijk alvast naar de leerlijst.. in juni is de toets! Bereid je dus goed voor! 


Tot volgende week....