The Past Simple: Interrogative & Negative form

The Past Simple 
Interrogative & Negative form
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

The Past Simple 
Interrogative & Negative form

Slide 1 - Diapositive

Yesterday
The Past Simple in English
Homework: Exercise 

Slide 2 - Diapositive

Today
Check our homework
Past Simple: Interrogative & Negative form
Practice
Homework

Slide 3 - Diapositive

Turn this sentence into a question in Dutch:
Ik ging gisteren naar de bioscoop.

Slide 4 - Question ouverte

Turn this sentence in the negative form with 'niet' in Dutch:
Ik ging gisteren naar de bioscoop.

Slide 5 - Question ouverte

Vraag stellen in Past Simple 
(onvoltooid verleden tijd)
Did I play football?
Did you open the door?
Did he make a cake?
Did we swim in the sea?
Did they choose a book?

Slide 6 - Diapositive

to sit
Hoe vraag je in het Engels: Zat zij?

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal in het Engels:
Maakten jullie een cake?

Slide 8 - Question ouverte

Negatieve vorm in Past Simple 
(onvoltooid verleden tijd met niet)
I didn't play football. 
You didn't open the door.
He didn't make a cake.
We didn't swim in the sea.
They didn't choose a book.

didn't = did   not

Slide 9 - Diapositive

Hoe zeg je in het Engels:
Hij hield niet van haar.

Slide 10 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Engels:
We kochten geen auto.

Slide 11 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Engels:
Jullie ouders werkten niet op maandag.

Slide 12 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen de verleden tijd in het Nederlands and in het Engels?

Slide 13 - Question ouverte

Welke drieletter woord gebruiken we om een vraag te stellen in het Engels:

Slide 14 - Question ouverte

Welke drieletter woord gebruiken we met 'did' om iets negatiefs te zeggen?

Slide 15 - Question ouverte

Waar moet je opletten als je did of didn't gebruikt?

Slide 16 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Engels:
Ik vond de les leuk.

Slide 17 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Engels:
Ik vond de les niet leuk.

Slide 18 - Question ouverte

Hoe vraag de docent:
Vond je de les leuk?

Slide 19 - Question ouverte

Wat weet je nu over Past Simple?
Je mag meerdere antwoorden geven.

Slide 20 - Question ouverte


Slide 21 - Question ouverte