6.2 Stroomkringen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

6.2 Stroomkringen

• Hoe stroomt de stroom in een stroomkring?
  
• Hoe stromen elektronen in een Stroomkring?
  

Deze les

Terugblik op de vorige les

Uitleg paragraaf 6.2

workshopsessie: samen oefenen / opdrachten maken

communicatiesessie: Woordweb

wat weet je nog over
spanning

Terugblik

Terugblikken op de vorige les aan de hand van een aantal vragen. 

Wat is een spanningsbron?

Voorbeelden spanningsbronnen

Wat is het symbool voor spanning?

Spanning meten we in ...

Aan het einde van de les kun je...

het verschil tussen geleiders en isolatoren noemen;

voorbeelden van geleiders en isolatoren noemen;

nagaan of een stroomkring gesloten is;

een eenvoudig schakelschema tekenen;

ampère en milliampère in elkaar omrekenen.

Elektrische spanning

Elektrische spanning is de hoeveelheid elektriciteit die een apparaat kan leveren.

Stopcontact U = 230V

Elektrische stroom

De spanningsbron zorgt voor elektrische stroom als er stroomdraden aangesloten worden. 

De elektrische stroom transporteert energie naar het apparaat

Elektrische stroom

Elektrische stroom in een draad bestaat uit bewegende elektronen.

De spanningsbron pompt de elektrische stroom rond.

Er verdwijnen geen elektronen.

Geleiders en isolatoren

Demo practicum 

Geleider

Een geleider is een stof waar gemakkelijk elektrische stroom doorheen gaat

Isolator

Hier gaat elektrische stroom niet of nauwelijks door.

Stroomkring

Elektriciteit is eenrichtingsverkeer
Stroomdeeltjes moeten terug kunnen naar de batterij

Stroomkring

In een stroomkring loopt de stroom van plus naar min.

Open stroomkring

Gesloten stroomkring

Stroomsterkte

Hoe meer elektronen door de draad per seconde, hoe hoger de stroomsterkte.

Grootte van de elektrische stroom

Symbool: I 
Eenheid: ampère (A)
 

Stroommeter - ampèremeter

Schakelschema

Teken deze schakeling als een schakelschema

Teken deze schakeling als een schakelschema

reken om...

Aan de slag

Mavo 16 t/m 19 + 21 t/m 26 + 28 t/m 34

Minimaal t/m 26 af

Havo 13 t/m 20 + 22 t/m 24

Minimaal t/m 20 af

Vraag? Steek je vinger op

Je hebt tot 10 min einde van de les

Wat heb je geleerd?