10.2 Krachten

10. 2 Krachten
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

10. 2 Krachten

Slide 1 - Diapositive

Welke krachten zijn er dan? 
  • Spierkracht
  • Zwaartekracht
  • Wrijvingskracht 
  • Veerkracht 
  • Kleefkracht 
  • Windkracht 
  • Spankracht  

Slide 2 - Diapositive

Welke krachten werken tegen?
Kracht (F)
Wrijvingskrachten (Fw) =
tegenwerkende krachten =  wrijvingskrachten = 
weerstand

(v.b. rolweerstand, luchtweerstand)


Symbool voor kracht/grootheid = F

Eenheid = Newton

Symbool eenheid = N

Slide 3 - Diapositive

Welke krachten werken tegen?
kracht (F)
Wrijvingskrachten (Fw) =
tegenwerkende krachten =  wrijvingskrachten = 
weerstand

(v.b. rolweerstand, luchtweerstand)
Aerodynamische vorm

Vorm waardoor je zo min mogelijk last hebt van LUCHTweerstand 

Je bent dan gestroomlijnd


Slide 4 - Diapositive

Zoek uit: Welke krachten zijn er?

Slide 5 - Question ouverte

Bekijk het volgende filmpje. Welke krachten herken je?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Roadrunner Ninja Forces

Slide 8 - Carte mentale

Wat kan een kracht (F) doen?
  • Snelheid groter of kleiner maken
  • Richting van een beweging veranderen
  • De vorm van een voorwerp veranderen


Slide 9 - Diapositive

Hoe meet je krachten?

Krachtmeter
grootheid: Newton (N)
1kg = 10N

Slide 10 - Diapositive

Hoe meet je krachten met een krachtmeter?
Op de krachtmeter zit een schaalverdeling. Daarop lees je de grootte van de kracht in newton (N) af. 

Voor een goede meting moet je:
  • een krachtmeter met een geschikt meetbereik gebruiken. Het meetbereik is wat je tussen de hoogste en laagste waarde kunt meten.
  • de krachtmeter op nul stellen als er niks aan hangt.
  • de krachtmeter verticaal houden.
  • de krachtmeter niet bewegen.
  • de krachtmeter aflezen met je oog op dezelfde hoogte als de aanwijs streep onder de veer. 

Slide 11 - Diapositive

Je kat weegt 4 kg. Hoeveel N is dat? Laat je berekening zien.

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

Wanneer was Isaac Newton geboren?
A
1734
B
1943
C
1834
D
1643

Slide 14 - Quiz

Waar is Isaac Newton geboren?
A
Engeland
B
America
C
Egypte
D
Nederland

Slide 15 - Quiz

Noem 1 Nederlandse wetenschapper en vertel in je eigen woorden waar hij of zij bekend om werd.

Slide 16 - Question ouverte

Hoe teken je een kracht (Force)?

Aangrijpingspunt (punt vanuit waar de kracht werkt)
Richting (richting van de kracht)
Lengte (grootte van de kracht)

Slide 17 - Diapositive

Schaal 1 cm = 100N

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive