5h ak Leefomgeving wijken en buurten

Wijken en buurten
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wijken en buurten

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

         1                      2                                   3
Welke 3 fasen van het verstedelijkingsproces?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rotterdam heeft een stadsgewest, Den Haag heeft een stadsgewest etc.
Een aantal stadsgewesten bij elkaar noem je ...
A
een stad
B
vinex steden
C
een agglomeratie
D
een stedelijk gebied

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

19-eeuwse woonwijk
Vinex wijk
(jaren 2000+)
Laagbouw jaren 70/80

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Binnenstad
Hoogbouw jaren 60/70
Woonwijk 19 eeuw

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Binnenstad
Stadscentrum
Woonwijken
Bedrijventerrein

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer begon wat:
urbanisatie, sub-urbanisatie
re-urbanisatie?
A
urbanisatie in 1870, suburbanisatie in 1930, re-urbanisatie in 2000
B
urbanisatie in 1900, suburbanisatie in 1950, re-urbanisatie in 1990
C
urbanisatie in 1870, suburbanisatie in 1960, re-urbanisatie in 1990
D
urbanisatie in 1900, suburbanisatie in 1950, re-urbanisatie in 2000

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de juiste woonwijk naar zijn plek toe
Stadscentrum
Arbeiderswijken
Vooroorlogse wijken
Naoorlogse wijken
Jaren 70-wijken
Nieuwbouwwijken

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Rurale-urbane (urbanisatie)migratie is
A
trek van de stad naar het platteland
B
van grote stad naar middelgrote stad
C
van stad naar het buitenland
D
van platteland naar stad.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stad
Agglomeratie
Stedelijk gebied
Stadsgewest
Suburbanisatie
Urbanisatie
Netwerkstad

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Na 1870 trokken mensen van het platteland naar naar de stad.
Waarom trokken de mensen naar de stad?
A
urbanisatie
B
verstedelijking
C
agglomeraties
D
industrialisatie

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verhuizen naar de stad
Vertrekken uit de stad
Vervallen wijken opknappen
Gezinnen met jonge kinderen
Jonge mensen met een baan
Werkzoekenden of studenten

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is suburbanisatie?
A
Het verhuizen naar de stad
B
Verhuizen uit de stad naar het omringende platteland
C
Het verhuizen binnen de stad
D
het verhuizen naar je werkplek

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Model van een stad

1. Historische binnenstad/stadscentrum - kantoren
2. oude woonwijken - industrie
3. nieuwe woonwijken - ruimte

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1800
1960
1910
2017

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is juist bij de opbouw van Nederlandse steden?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
A
naar buiten toe zijn ze vaak nieuwer
B
stations liggen vaak waar de industrialisatie begon
C
arbeiderswijken zie je net buiten de historische grachten
D
oude fabriekscomplexen worden soms verruild voor nieuwe wijken

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebouwd rondrond 1960. Nederland in de 2/3e DTM fase, bevolkingsexplosie
Oudste deel van de stad, dat is gebouwd in de middeleeuwen.
De woningwet werd ingevoerd. Huizen moesten beter en comfortabeler
Hier woonde vroeger de mensen die werkten in de fabrieken.

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe verder naar buiten hoe...

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

stadscentrum
arbeiderswijken
naoorlogse wijken
nieuwbouwwijken
jaren-`70-wijken
vooroorlogse wijken

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Gentrificatie?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voordeel en een nadeel van gentrification

Slide 23 - Question ouverte

+ bewoners knappen zelf woningen op
+ voorzieningenniveau gaat omhoog

- woningen worden duurder
- oorspronkelijke bewoners kunnen huur 
- vaak niet meer betalen
Vinex-wijk
Leidsche Rijn
Vinex-wijk
Vinex (Vierde Nota op de Ruimtelijke Ordening extra):
  • Compleet nieuwe wijken tegen / vlakbij oude steden gebouwd om stedelijke druk te verlichten

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar vind je relatief veel Vinex-wijken?
A
in dorpen die kunnen uitbreiden
B
in rurale gebieden met veel ruimte
C
aan de rand van (oude) steden
D
in het Groene Hart

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Buurtprofiel
  1. Woningkenmerken
  2. bewonerskenmerken
  3. kenmerken van de woonomgeving

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken buurtprofiel

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk aspect hoort bij het buurtprofiel!?
A
De woonomgeving
B
De infrastructuur
C
de voorzieningen
D
de mate van verpaupering

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Woningkenmerken

  • ouderdom
  • eigendom
  • woningtype
  • staat van onderhoud

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leefbaarheid van wijken gaat over woningkenmerken en bewonerskenmerken.
Wat is een woningkenmerk?
A
goede sociale cohesie
B
veel niet-Nederlanders
C
veel grote huishoudens
D
veel huurwoningen

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bewonersken-merken

  • Grootte huishouden
  • Etniciteit
  • Inkomen
  • Gezinsfase
  • Leeftijd bewoners

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Krimp 
Leefbaarheid wordt slechter
Vergrijzing
Hoge geboortecijfers niet-westerse allochtonen

Slide 32 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Een stad waar slimme technologie centraal staat heet...
A
Creatieve stad
B
Smart city
C
Duurzame stad
D
Universiteitsstad

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van (het idee van) de creatieve stad?
A
meer kunst is goed voor de mensen in de stad
B
een stad met minstens 1 kunstacademie
C
de creatieve stad is een economische motor
D
een stad die de wijken origineel verbetert

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Ik maak de herhaling van 6.3 en 6.4
Ik maak de boxopdracht van 6.3
Ik doe beide
Ik denk nog even
Ik ben helemaal klaar voor het examen

Slide 35 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions