Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Quiz Par 2.1 en 2.2
Slide 1 - Diapositive
In welke provincie vind je de meeste Hunebedden?
A
Groningen
B
Limburg
C
Drenthe
D
Flevoland
Slide 2 - Quiz
Welk woord past bij het leven van een jagerverzamelaar?
A
Rondtrekken
B
Voorraden
C
Landbouw
D
Wonen op een vaste plaats.
Slide 3 - Quiz
Wat komt niet uit pre-historie?
A
Muurschilderingen
B
Potten
C
Een mammoet geraamte
D
Een dagboek van een jagerverzamelaar
Slide 4 - Quiz
Bekijk de afbeelding Boer of nomade?
A
Boer
B
Nomade
Slide 5 - Quiz
Wat was de rol van de vrouwen bij de jagers en verzamelaars?
A
Jagen
B
Werken in de fabriek
C
Vechten met een beer
D
Noten verzamelen
Slide 6 - Quiz
In welk gebied doet de mens voor het eerst aan landbouw?
A
Nederland
B
Europa
C
Egypte
D
Griekenland
Slide 7 - Quiz
Maak de juiste combinaties.
akkerbouw
Veeteelt
Vrouwen
Potten van aardewerk
jagen en verzamelen
Rondtrekken
Verzamelen van noten, bessen en planten.
voorraden
Geiten, koeien, schapen en kippen.
verbouwen van gewassen
Slide 8 - Question de remorquage
Welk twee woorden passen bij het leven van een boer?
A
vaste woonplaats, tenten
B
tenten, mammoeten
C
mammoeten, landbouw
D
landbouw, vaste woonplaats
Slide 9 - Quiz
...1… jaar v.chr. werden de jagers en verzamelaars boeren. Boeren konden op een …2… blijven wonen, hierdoor ontstonden dorpen. Zij gingen granen en planten verbouwen (...3…) en dieren houden (…4… ). Akkerbouw en veeteelt noemen wij samen…5….
Vul het goede woord in tekst.
1
2
3
4
5
Landbouw
vaste plek
10000
Veeteelt
akkerbouw
Slide 10 - Question de remorquage
Wat is een 'nomade'?
A
Een beroep waarbij een handwerker met gereedschap een
product maakt.
B
Iemand die rondtrekt en niet op één vaste plek woont.
C
Het verbouwen van plantensoorten en gewassen
D
Men ging zich specialiseren, toeleggen op één activiteit.
Slide 11 - Quiz
Wat voor soort bron is dit?
A
Geschreven, direct
B
Ongeschreven, direct
C
Geschreven, indirect
D
Ongeschreven, indirect
Slide 12 - Quiz
Wat voor soort bron is dit?
A
Geschreven, direct
B
Ongeschreven, direct
C
Geschreven, indirect
D
Ongeschreven, indirect
Slide 13 - Quiz
Het houden van dieren voor vlees en melk, hoort bij?