Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Maak de zin af en geef een voorbeeld. Waarden zijn:
Slide 3 - Question ouverte
Maak de zin af en geef een voorbeeld. Normen zijn:
Slide 4 - Question ouverte
Maak de zin af. Als vakkenvuller in een supermarkt heb ik belang bij
Slide 5 - Question ouverte
Soms kunnen waarden, normen en belangen met elkaar botsen. Bijv. gezondheid belangrijk vinden en toch roken. Bedenk nog zo'n voorbeeld.
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Welk machtsmiddel wordt gebruikt? Leg uit! "Bij een demonstratie pakt de politie tien relschoppers op."
Slide 9 - Question ouverte
Welk machtsmiddel wordt gebruikt? Leg uit! "Vanwege het coronavirus besloot de overheid om festivals tijdelijk te verbieden."
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Een maatschappelijk probleem heeft vier kenmerken, namelijk:
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Lees de tekst. Wat is het maatschappelijk probleem? Leg uit aan de hand van de vier kenmerken.
"Het kabinet trekt opnieuw 1 miljard euro extra uit voor de snellere bouw van betaalbare woningen. Het geld is bedoeld als een extra impuls voor de woningbouw, zo bevestigen diverse bronnen aan de NOS. De extra investering staat in de Prinsjesdagstukken, die volgende week dinsdag door het kabinet worden gepresenteerd."
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Maak de samenvatting
in je werkboek:
Paragraaf 1.2, 1.3 en 1.4 (blz 16-17)
Begrippenlijst (blz 17)
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Noem twee eigenschappen die zijn aangeboren. En noem twee eigenschappen die zijn aangeleerd.
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
Op welke vier manieren leren we? Op welke vier manieren gebeurt socialisatie?
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Diapositive
Op welke vier manieren leren we? Op welke vier manieren gebeurt socialisatie?
Slide 22 - Question ouverte
Slide 23 - Diapositive
Leg in je eigen woorden uit wat sociale controle is en wat een sanctie is (noem een voorbeeld van een positieve en negatieve sanctie).
Slide 24 - Question ouverte
Leg uit wat internalisatie is. Geef een voorbeeld van wat jij geinternaliseerd hebt.
Slide 25 - Question ouverte
Identiteit is...
A
alleen je karakter
B
wie je vrienden zijn
C
wie jouw ouders zijn
D
eigenschappen en ervaring
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Wat is het verschil tussen abnormaal en asociaal gedrag?
Slide 29 - Question ouverte
Slide 30 - Diapositive
Leg uit dat groepsdruk een rol speelt bij pesten.
Slide 31 - Question ouverte
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Waarom voelen mensen zich verbonden met elkaar?
Slide 35 - Question ouverte
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Wat betekent sociale cohesie?
Slide 39 - Question ouverte
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Slide 42 - Diapositive
Slide 43 - Diapositive
Slide 44 - Diapositive
Slide 45 - Diapositive
Maak de samenvatting
in je werkboek:
Maak de samenvatting in je werkboek over H2 (blz 28-30)
Maak de begrippenlijst in je werkboek over H2 (blz 31)