Puber les 4

Waardoor hebben pubers vaker moeite met dingen plannen?
A
kunnen niet vooruit denken
B
omdat dat deel van de hersens nog in ontwikkeling is
1 / 16
suivant
Slide 1: Quiz
GezondheidskundeMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Waardoor hebben pubers vaker moeite met dingen plannen?
A
kunnen niet vooruit denken
B
omdat dat deel van de hersens nog in ontwikkeling is

Slide 1 - Quiz

Slide 2 - Vidéo

Waarom is het lichaam en uiterlijk voor een puber zo belangrijk?

A
Omdat hij wil kunnen concurreren met andere leeftijdsgenoten
B
Omdat hij erbij wil horen.
C
Omdat een goed uiterlijk hem zekerder maakt.
D
Omdat hij moet leren omgaan met alle lichamelijke veranderingen.

Slide 3 - Quiz

Wat kenmerkt de sociaal-affectieve ontwikkeling van pubers?

A
Wil erbij horen, wil zich afzetten, is nog niet zo met seksualiteit bezig, wil alleen verantwoordelijkheid dragen als hem dat uitkomt.
B
Wil zelfstandig en verantwoordelijk zijn, ontwikkelt een eigen identiteit, wil erbij horen en heeft een grote interesse in seks.
C
Laat zijn mening niet snel horen, wil erbij horen wat ten koste gaat van de ontwikkeling van de eigen identiteit, wil zich afzetten.
D
Wil zelfstandig zijn maar de daarbij horende verantwoordelijkheid niet dragen, schuift de verantwoordelijkheid voor beslissingen op anderen af, heeft een grote interesse in seks.

Slide 4 - Quiz

Adolescenten denken hetzelfde als pubers
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Waardoor bewegen pubers onhandiger?
A
door het snelle groeien
B
doordat het hersendeel dat zorgt voor motoriek nog ontwikkeld
C
doordat in het begin de ledematen sneller groeien dan de romp

Slide 6 - Quiz

Pubers zijn over het algemeen emotioneler/gevoeliger
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Pubers en adolescenten zijn gevoelig voor beloningen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Pubers zijn vooral egocentrisch buitenshuis
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Emotioneel ontwikkeling
Hoe ontstaat een identiteitscrisis bij pubers?
A
de pubers gaan zich identificeren in een idool
B
zij weten niet echt wie zij zijn door nieuwe dingen in het leven.
C
door gedrag van ouders

Slide 10 - Quiz

Hoeveel slaap heeft een puber nodig?
A
7 tot 10 uur
B
8 tot 11 uur
C
9 tot 12 uur
D
8 tot 10 uur

Slide 11 - Quiz

Sociale ontwikkeling
wat doet een puber in een peergroup?
A
zichzelf niet zijn
B
telkens met een andere groep afspreken
C
niet op zichzelf zijn
D
experimenteren met gedrag

Slide 12 - Quiz

Pubers doen eerst en denken dan
pas na
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Ontwikkeling van denken,
waar kijken pubers kritisch naar?
A
de ouders
B
zichzelf
C
de maatschappij

Slide 14 - Quiz

Ontwikkeling van taal.
Hoe is de ontwikkeling van de woordenschat bij pubers?
A
Uitgebreid
B
Uitstekend
C
Matig
D
Goed

Slide 15 - Quiz

Een puber zoekt zijn eigen identiteit door:

A
Aan te passen aan vrienden
B
Zelf onderzoeken naar wat het beste bij hem past
C
Luisteren naar de ouders

Slide 16 - Quiz