Fictie

Lesdoelen
Aan het eind van deze les weet je........

  •  ... wat fictie is
  • ... het verschil tussen fictie en non-fictie.
  • ... het verschil tussen realistische en niet-realistische fictie
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Lesdoelen
Aan het eind van deze les weet je........

  •  ... wat fictie is
  • ... het verschil tussen fictie en non-fictie.
  • ... het verschil tussen realistische en niet-realistische fictie

Slide 1 - Diapositive

Fictie
In deze periode maak je kennis met fictie.

Dat zijn verhalen die de schrijver heeft verzonnen

Het doel van fictie is amuseren. Daardoor kun je bijvoorbeeld even helemaal wegdromen bij een verhaal, aan het denken worden gezet of je voorstellen hoe het is om iemand anders te zijn.

Slide 2 - Diapositive

Fictie en non-fictie
Verhalen kunnen verzonnen zijn. Deze verhalen noem je fictie.
Bijvoorbeeld sprookjes of science fiction.

Verhalen kunnen ook echt gebeurd zijn. Dat noem je non-fictie.
Nieuwsberichten en reisverslagen zijn voorbeelden van non-fictie

Slide 3 - Diapositive

Realistische fictie

  Lijkt op de werkelijkheid
bijvoorbeeld:
boeken van Carry Slee
Ze gaan over:
pesten
school
ziekte


Niet-realistische fictie

Lijkt niet op de werkelijkheid
bijvoorbeeld:
sprookjes
fantasy
Science fiction (toekomst) 

Slide 4 - Diapositive

Begrippen
Realistisch= fictie die 'net echt' is.

Niet-realistisch= fictie die niet waar kan zijn. 

Slide 5 - Diapositive

Is een boek over de Lion King realistische of niet-realistische fictie?
A
realistisch
B
niet-realistisch

Slide 6 - Quiz

Is 'Achtste-groepers huilen niet' realistische of niet-realistische fictie?
A
realistisch
B
niet-realistisch

Slide 7 - Quiz

Wat is het verschil? Allebei fictie? Allebei non-fictie?
De een fictie en de ander non-fictie?

Slide 8 - Diapositive

                     Aan de slag met 'Windkracht 12'

Slide 9 - Diapositive

Wat is fictie?
Leg uit in eigen woorden.

Slide 10 - Question ouverte

Welke stelling is juist?

Realistische fictie...
A
is echt gebeurd.
B
kan nooit gebeuren.
C
is niet echt gebeurd, maar zou wel kunnen.
D
is niet echt gebeurd en kan ook niet gebeuren.

Slide 11 - Quiz