rekenen met grote getallen

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 5

wat  ga je doen ?:

Rekenen met grote getallen

Hoeveel?
100 + ... + 8 = 128

1. 1
2. 100
3. 20
4. 2

Hoeveel is het?
400 + ... + 8 = 498

Hoeveel is het?
... + 80 + 7 = 987

Tel veder met sprongen van 10.
Schrijf de 2 getallen op.
810 | 820 | 830 | ... | ...

Tel terug.
Schrijf de vorige 2 getallen op.
... | ... | 947 | 948 | 949

Tel verder met sprongen van 10.
Schrijf de 2 getallen op.
382 | 392 | 402 | ... | ...

Tel verder met sprongen van 10.
Schrijf de 2 getallen op.
240 | 250 | 260 | ... | ...

Tel terug met sprongen van 10.
Schrijf de 4 getallen op.
... | ... | ... | ... | 292

Tel verder.
Schrijf de volgende 2 getallen op.
615 | 616 | 617 | ... | ...

Tel terug.
Schrijf de vorige 2 getallen op.
... | ... | 585 | 586 | 587

Kijk bij welk getal je moet beginnen, of je voor of achteruit moet springen en maak de sprong van 100.
... | ... | ... | 726 | 826

Tel verder.
Schrijf de volgende 4 getallen op.
981 | ... | ... | ... | ...

Kijk bij welk getal je moet beginnen, of je voor of achteruit moet springen en maak de sprong van 100.
488 | 588 | ... | ... | ...

Tel verder.
Schrijf de volgende 4 getallen op.
762 | ... | ... | ... | ...

Tel verder met sprongen van 10.
Schrijf de 4 getallen op.
620 | ... | ... | ... | ...

Tel verder.
Schrijf de volgende 4 getallen op.
507 | ... | ... | ... | ...

Tel terug.
Schrijf de volgende 4 getallen op.
... | ... | ... | ... | 649

Kijk bij welk getal je moet beginnen, of je voor of achteruit moet springen en maak de sprong van 100.
470 | 570 | ... | ... | ...

Kijk bij welk getal je moet beginnen, of je voor of achteruit moet springen en maak de sprong van 100.
... | ... | ... | 490 | 590

Kijk bij welk getal je moet beginnen, of je voor of achteruit moet springen en maak de sprong van 100.
381 | 481 | ... | ... | ...

Kijk bij getal je moet beginnen, of je voor of achteruit moet springen en maak de sprong van 100.
447 | 547 | ... | ... | ...

Tel terug.
Schrijf de vorige 4 getallen op.
... | ... | ... | ... | 394

Hoeveel is 25 + 28

hoeveel is 47 +29

Wat doe je als eerste?
625 + 422 = ?

1. eerst 600 + 400
2. eerst 600 + 2
3. eerst 600 + 22

Reken de volgende som uit:
629 - 458 = ?

Geef de scholieren bij deze som iets langer de tijd. 

Stel voor om allemaal een kladpapier te pakken, de som over te nemen en de manier uit het filmpje toe te passen. Het antwoord op de som geven ze via LessonUp. 

Reken de volgende som uit:
755 - 236 = ?

Geef de scholieren bij deze som iets langer de tijd. 

Stel voor om allemaal een kladpapier te pakken, de som over te nemen en de manier uit het filmpje toe te passen. Het antwoord op de som geven ze via LessonUp. 

KLAAR!