BK 4.9 Spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

B1a- donderdag 3 juni

Wat gaan we vandaag doen?

4.9 Spelling

• theorie
• check
• oefenen

Voltooid deelwoord (VD)

• Kan je achter 'ik heb / ik ben' zetten.
  
• Begint vaak met ge-
• Eindigt op -en, -d of -t (gelopen, gered, geweest)
• Bij twijfel -d/-t: verlengen of 't ex-kofschip
• Let op: soms klinkt het VD hetzelfde als de pv, dan moet je dus goed kijken met welke vorm je te maken hebt (het gebeurt / het is gebeurd)

4.9 Spelling - verkleinwoorden, p.68

Meestal: -je of -tje achter woord

         tas - tasje / blaar - blaartje

Woorden met lange klinker aan het einde: extra klinker

       oma - omaatje / auto - autootje

Woorden op -y: let op uitspraak

      baby - baby'tje / deejay - deejaytje

Uitzonderingen: leer-/oefenwerk

         schildering - schilderingetje / bril - brilletje

4.9 Spelling - verkleinwoorden, p.68

Let op de verschillen met de meervouden uit 2.9 Spelling:

	meervoud	verkleinwoord
opa	opa's	opaatje
paraplu	paraplu's	parapluutje
ski	ski's	skietje
cowboy	cowboys	cowboytje
baby	baby's	baby'tje

Wat is het verkleinwoord van bikini?

1. bikini'tje
2. bikinietje

Wat is het verkleinwoord van koning?

1. koningetje
2. koningtje
3. koninkje

Wat is het verkleinwoord van pony?

1. pony'tje
2. ponytje
3. ponietje
4. ponie'tje

Welk verkleinwoord is FOUT geschreven?

1. muziekje
2. bonbonnetje
3. accuutje
4. auto'tje

Aan de slag!

1. Spelling 4.9 (huiswerk donderdag 10 juni)

• maak opdracht 1 en 2 
  
• maak opdracht 3 t/m 9 (behalve degene die je mag overslaan)
  
• maak opdracht 11 en bepaal daarna waar je nog mee oefenen bij Versterk jezelf.
  

2. Pecha kucha

3. Lezen

4. 4.2 Test jezelf