De Filmfabriek, gr 7/8, les 1 Verhaal

Groep 7/8
Les 1 Verhaal
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
MediawijsheidNederlands+2BasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Introduction

Les 1 Het verhaal Beste leerkracht! Samen ga jij, met jouw klas een korte film maken. In deze serie met lessen krijgen jij en jouw klas stap voor stap uitgelegd wat er bij het maken van een film komt kijken. De serie bestaat uit negen lessen. In elke les wordt een onderwerp uitgelegd via voorbeeldfilmpjes, diverse oefeningen en opdrachten. Alle onderwerpen vanuit het filmproces komen aanbod zoals: het verhaal van een film, hoe werkt het voor en achter de camera, wat doet de art direction, wat is de invloed van muziek op de film, wat houdt de cast en de crew in, hoe monteer je de film en in welk programma. Als afsluiting wordt de film en het filmproces met de leerlingen besproken.

Instructions

In deze eerste les ga je met de leerlingen een verhaal bedenken. Heel belangrijk is dat het een kort verhaal is dat haalbaar is om te maken.  

Benodigdheden: 
  • Digibord met geluid, verbonden met het internet
  • LessonUp-les ‘De Filmfabriek, les 1-VERHAAL groep 7/8 
  • Werkblad 1.1 Begrippenlijst Verhaal
  • Werkblad 1.2 Verhaal
  • Werkblad 1.3 Basisverhalen

Lesinhoud:
  • Verkenning: Inhoud en introductie van de les(sen)
  • Informatie: Theorie over het verhaal

Leerdoelen: 
  1. Herkent onderdelen van het verhaal (hoofdpersoon, climax, begin-midden- einde) en wijst ze in de film aan. 
  2. Vergelijkt de visie en de boodschap van een onderzochte film met die van films die de leerling in zijn vrije tijd bekijkt en produceert (o.a. online gestreamde content). (?)
  3. Bedenkt op basis van een voorbeeld, een idee voor een korte (fictie of non-fictie) film. 

Een verhaal bestaat vaak uit drie onderdelen.

  1. Begin – Over wie gaat het en waar speelt het zich af?In het begin worden de hoofdpersonen voorgesteld, met vaak elk hun doel (droom of wens). Vaak is er een goede hoofdpersoon (de ‘protagonist’), en een slechte hoofdpersoon (de ‘antagonist’). Ook wordt duidelijk waar het verhaal zich afspeelt (locatie en tijdsperiode, bijv. in het bos, de middeleeuwen, etc.) en wat de sfeer van de film is (spannend, grappig, etc.). 
  2. Midden – Wat gebeurt er en waarom? In het midden wordt de goede hoofdpersoon vaak tegengewerkt door de slechterik. Soms moet de goede hoofdpersoon wat oplossen of onderzoeken, om zijn/haar droom of wens uit te kunnen laten komen. In het midden is het vaak nog onduidelijk of het zal lukken. Dit maakt het verhaal spannend. 
  3. Eind – Hoe loopt het af? In het eind wordt duidelijk of de hoofdpersonen hun dromen of wensen hebben vervuld. Dat bepaalt of het verhaal goed of slecht afloopt. 

In een film gaat het verhaal bijna altijd om tegenstellingen. De hoofdpersoon heeft een wens, wordt door omstandigheden of mensen (obstakels) tegen gehouden. En uiteindelijk overwint de hoofdpersoon de obstakels. 

Opdracht 1:
Bedenk met de hele groep een kort verhaal voor de eigen film. Bedenk eerst een onderwerp en werk dat vervolgens uit tot een verhaal aan de hand van de volgende punten. (Je kunt ook Klassikaal een verhaal bedenken). 

Wie? 
Wie zijn de hoofdpersonen van het verhaal? Zijn er nog andere personages? Zo ja, wie zijn dat?
Waar? 
Waar speelt het verhaal zich af? Bijv. binnen (in een school of woonkamer) en/of buiten (in een bos of stad).
Wanneer? 
Wanneer speelt het verhaal zich af? Noem de periode (bijv. in de middeleeuwen, in de toekomst of in de zomer). Noem ook de duur (vindt het verhaal bijv. plaats op één dag of in een maand). 
Wat? 
Wat maken de hoofdpersonen mee in het verhaal? Wat gebeurt er?
Waarom? 
Waarom doen de personages bepaalde dingen? Wat is hun motivatie?
Hoe? 
Hoe eindigt het verhaal?

Aan het uitwerken van het verhaal kan t/m les 6 gewerkt worden. Het verhaal hoeft in deze les dus nog niet helemaal af te zijn. In deze les wordt vooral de basis van het verhaal verzonnen. 

Ter inspiratie:
Lees met de kinderen de voorbeeldverhalen in bijlage 1.3. Deze verhalen kun je gebruiken als basis voor het filmverhaal, waarbij de leerlingen de details kunnen bedenken. Bedenk daarnaast het volgende: 

1. Is er een thema/project in de klas waar het filmverhaal over kan gaan? 
2. Is er een boek waarbij het verhaal als inspiratie kan dienen voor de film?
3. Wie is er al eens op (school)reis geweest? Heb je toen wat spannends meegemaakt?
4. Wie doet er in het weekend wel eens wat leuks (bijv. sport of hobby)? Zo ja, wat doe je dan?
5. Heeft één van de ouders misschien een inspirerende baan?

Opdracht 2: 
In opdracht 1 hebben jullie het idee voor het verhaal bedacht. In deze opdracht gaan de leerlingen het verhaal in het kort uitschrijven. 

Opdracht 3:
De les wordt afgesloten. Vraag een aantal leerlingen om hun verhaal voor te lezen voor de klas. 


Feuilles de travail

Éléments de cette leçon

Groep 7/8
Les 1 Verhaal

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Vraag
Informatie
Opdracht
Kijk
Benodigdheden
Tip

Slide 2 - Diapositive

Behandel de betekenissen van de pictogrammen, die in de lessen voorbij zullen komen.

Als er een pictogram op een slide staat dan kun je daar op klikken. Er zijn buttons met vragen, maar ook buttons met informatie, of kijk-, schijf-en tekenopdrachten.
Les 2
Storyboard/Script
Les 1
Verhaal
Les 8
Reclame
Les 4
Acteren
Les 3
Art direction
Les 5
Geluid &
Muziek
Les 6
Filmen 
Les 7
Montage

Slide 3 - Diapositive

Dit zijn de lessen die de komende weken aan bod gaan komen. Elke les duurt ongeveer een uur. Les 6 het filmen kan misschien wat langer duren. 
Dit zijn Rein en Nikita. In het dagelijkse leven zijn zij acteurs. In elke les komen zij iets over het onderwerp van de les vertellen of introduceren zij een spreker die iets over het onderwerp vanuit zijn of haar beroep vertelt.

Slide 4 - Diapositive

Dit zijn Rein en Nikita. In het dagelijkse leven zijn zij acteurs. In elke les komen zij de leerlingen iets over het onderwerp van de les  vertellen of introduceren zij een spreker die iets over het onderwerp vanuit zijn of haar beroep vertelt.

Slide 5 - Vidéo

Rein en Nikita de twee acteurs, stellen Jacques Vriens aan jullie voor. Hij vertelt over de boeken die hij geschreven heeft en die later zijn verfilmd. 

Jacques Vriens heeft veel boeken geschreven. Hij verteld waar hij inspiratie en ideeën voor zijn verhalen vandaan haalt. Waar gaan jullie ideeën voor het
 verhaal vandaan halen?

Vragen aan de leerlingen na het kijken van het filmpje.
Van welke twee boeken van Jacques zijn films gemaakt?
Waar haalt Jacques zijn inspiratie vandaan?
Wat vertelt Jacques over een filmscript?




Film maken

  • Wij maken in  8 lessen een film!
  • Zoveel lessen? 
  • Ja, er komt veel kijken bij het maken van een film! 
  • Sosha gaat je daar in de film "Zoveel te zien" van alles over vertellen!
Sosha
Wij maken in 8 lessen een film! Zoveel lessen? Ja, er komt veel kijken bij het maken van een film! Sosha gaat je daar in de film "Zoveel te zien" van alles over vertellen!
Kijk naar de film op de volgende slide

Slide 6 - Diapositive

Wij hebben net van alles gehoord over hoe je een verhaal kunt maken. 
In 8 lessen gaan wij een film maken 
gebaseerd op een verhaal.

Sosha gaat je in  "Zoveel te zien" van alles vertellen over hoe je een film maakt!

Slide 7 - Vidéo

In deze film 'zoveel te zien' legt Sosha uit wat er komt kijken voordat je de film op televisie of in de bioscoop kunt bekijken. Verhaal, acteren, beeldkader, perspectief, genre wordt door Sosha uit gelegd. 
Wat gebeurt er in het begin?
In het begin maak je kennis met de hoofdrolspeler. Die heeft een wens.
Wat gebeurt er in het midden?
De hoofdpersoon heeft tegenslagen of een probleem! Zijn wens wordt
door de omstandigheden of door andere personen tegengewerkt.
Wat is een happy end?
Dat is het derde deel van het verhaal. De hoofdpersoon overwint zijn tegenslagen of problemen en dat is een happy end.
De opbouw van het verhaal

Slide 8 - Diapositive

Een verhaal bestaat uit drie onderdelen.
  1. Begin – Over wie gaat het en waar speelt het zich af? In het begin worden de hoofdpersonen voorgesteld, met vaak elk hun doel (droom of wens). Vaak is er een goede hoofdpersoon (de ‘protagonist’), en een slechte hoofdpersoon (de ‘antagonist’). Ook wordt duidelijk waar het verhaal zich afspeelt (locatie en tijdsperiode, bijv. in het bos, de middeleeuwen, etc.) en wat de sfeer van de film is (spannend, grappig, etc.). 
  2. Midden – Wat gebeurt er en waarom? In het midden wordt de goede hoofdpersoon vaak tegengewerkt door de slechterik. Soms moet de goede hoofdpersoon wat oplossen of onderzoeken, om zijn/haar droom of wens uit te kunnen laten komen. In het midden is het vaak nog onduidelijk of het zal lukken. Dit maakt het verhaal spannend. 
  3. Eind – Hoe loopt het af? In het eind wordt duidelijk of de hoofdpersonen hun dromen of wensen hebben vervuld. Dat bepaalt of het verhaal goed of slecht afloopt. 
In een film gaat het verhaal bijna altijd om tegenstellingen. De hoofdpersoon heeft een wens, wordt door omstandigheden of mensen (obstakels) tegen gehouden. En uiteindelijk overwint de hoofdpersoon de obstakels. 


Het begin van een verhaal.
Een verhaal bestaat uit 3 delen. Het begin, het midden, en het eind. In het begin van de film van Mees Kees bijvoorbeeld leer je  Meester Kees en zijn klas kennen. Zij hebben samen een wens!

Slide 9 - Diapositive

1. Begin – Over wie gaat het en waar speelt het zich af?
In het begin worden de hoofdpersonen voorgesteld, met vaak elk hun doel (droom of wens). Vaak is er een goede hoofdpersoon (de ‘protagonist’), en een slechte hoofdpersoon (de ‘antagonist’). Ook wordt duidelijk waar het verhaal zich afspeelt (locatie en tijdsperiode, bijv. in het bos, de middeleeuwen, etc.) en wat de sfeer van de film is (spannend, grappig, etc.). 

Het midden van een verhaal
In het midden van het verhaal gebeurt iets. In de film van Mees Kees moet Mees Kees voor zijn moeder zorgen en kan dus niet mee doen. 

Slide 10 - Diapositive

2. Midden – Wat gebeurt er en waarom? 
In het midden wordt de goede hoofdpersoon vaak tegengewerkt door de slechterik. Soms moet de goede hoofdpersoon wat oplossen of onderzoeken, om zijn/haar droom of wens uit te kunnen laten komen. In het midden is het vaak nog onduidelijk of het zal lukken. Dit maakt het verhaal spannend. 

Het einde van het verhaal
Aan het  einde van het verhaal wordt het probleem op gelost en komt het toch goed, dat noem je een happy end!

Slide 11 - Diapositive

3. Eind – Hoe loopt het af? 
In het eind wordt duidelijk of de hoofdpersonen hun dromen of wensen hebben vervuld. Dat bepaalt of het verhaal goed of slecht afloopt. 

In een film gaat het verhaal bijna altijd om tegenstellingen. De hoofdpersoon heeft een wens, wordt door omstandigheden of mensen (obstakels) tegen gehouden. En uiteindelijk overwint de hoofdpersoon de obstakels. 


Verdeling rollen
Aantal rollen: Probeer zoveel mogelijk rollen te bedenken, zodat iedereeen die mee wil spelen dat ook kan. Leerlingen die niet mee willen spelen kunnen achter de schermen een rol vervullen. 
Haalbaarheid
Let op de haalbaarheid van de film die jullie willen maken! De toegankelijkheid van de locatie, ruimtes en props die je nodig hebt. Een locatie op school - voor handen, tegenover locatie op de kermis  - hier moet je heel veel voor regelen. 
Samen het verhaal bedenken

Slide 12 - Diapositive


Bedenk jullie verhaal
Vandaag gaan jullie een verhaal bedenken. 

vb:
Het verhaal kan zich af spelen in jullie school. Het verhaal gaat dan hoogstwaarschijnlijk over een klas, namelijk jullie klas. Welke wens of welk probleem komen jullie tegen? En hoe loopt het af? Schrijf In het kort deze punten op!

Dus:
Samen met de klas bedenk je een verhaal.
  1. Begin: Over wie gaat het verhaal? Waar en wanneer speelt het zich af?Welke wens of welk probleem komen jullie tegen? 
  2. In het midden laat je zien wat er allemaal tegen zit. Wat gebeurt er en waarom?
  3. En hoe eindigt verhaal? Welke oplossing is er voor het probleem gevonden of hoe is de wens ingelost? 
Als je samen met de klas de grote lijnen van het verhaal hebt bedacht is het goed om de leerlingen het verhaal zelf op te laten schrijven. Hierdoor leren de leerlingen het verhaal kennen en komen er wellicht nog meer bruikbare of leuke ideeën naar boven. 

Het verhaal op 1A 4 noem je Synopsis. Dat is een samenvatting van de inhoud van een film.

Ter inspiratie kun je ook de basisverhalen uit de bijlage gebruiken. 


timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Gebruik de timer tijdens het bedenken van het verhaal. Is het gelukt om binnen de tijd het verhaal te bedenken?
Wie durft?
Wie wil zijn verhaal voorlezen in de klas? Ga hierbij staan, dan kan iedereen je goed horen.

Slide 14 - Diapositive

Een aantal leerlingen kunnen het verhaal wat ze geschreven hebben hardop voorlezen. Zo kun je klassikaal het verhaal delen, elkaar aanvullen, uitdiepen en verfijnen 

Deel het uiteindelijke (gekozen) verhaal met alle leerlingen. 
Het verhaal is klaar!
Wat gaat er dan gebeuren? 

Slide 15 - Diapositive

Na aanleiding van het verhaal wordt er een scenario geschreven. In een scenario wordt de hele film in een tekst uitgeschreven. 

In een scenario staat: 
A. Het tijdstip (overdag of avond)
B. De plek. (binnen/buiten)
C. De persoon en wat die persoon doet en wat die persoon zegt

Denk ook aan wat Jaques Vriens heeft verteld over het filmscript. kijk anders het filmpje Wat vertelt Jacques over een filmscript? Je kan het filmpje in slide 5 ook nog eens terug kijken.

Over de hele wereld worden scenario's op dezelfde wijze gemaakt.  In de volgende slide zie je een voorbeeld van een script. 

We gebruiken de woorden script en scenario door elkaar. Een scenario of script kan gezien worden als een blauwdruk van een film,  televisieserie of game. Het beschrijft alles wat er te 'zien' en te 'horen' is in de film tot in het kleinste detail. Technische details en camera-instructies staan er zelden in: deze horen in een draaiboek. 
Voorbeeld script
Dit is een voorbeeld van een script. Een script wordt door iedereen en over heel de wereld op deze manier geschreven.  Zelfs hetzelfde lettertype "courier 12"  wordt door iedereen gebruikt. De zwarte tekst toont hoe een script er uit ziet en in het paars wordt aangegeven hoe het wordt geschreven. 

Slide 16 - Diapositive

Dit is een voorbeeld van een script. Een script wordt door iedereen en over heel de wereld op deze manier geschreven. 

Zelfs hetzelfde lettertype courier 12 wordt door iedereen gebruikt.

De zwarte tekst toont hoe een script er uit ziet en in het paars wordt aangegeven hoe het wordt geschreven. 

Meer weten:
https://nl.wikihow.com/Een-filmscript-schrijven

www.


Gemaakt door: 







Gefinancierd door:
Met dank aan:

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions