Klas 1 introductie online

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Biologie Klas 1

Welkom!

Wat gaan we vandaag doen?

• Introductie
• Praktische mededelingen

• Inloggen online boek
• Start thema 1 Wat is biologie?
• Opdrachten maken

Wat kan je dit jaar verwachten?

• Boek en werkboek: Biologie voor jou jaar 1
• Boek en opdrachten volledig online

• Verschillende onderwerpen in de biologie

... en ook practica

Praktische mededelingen

Wat heb je elke les bij je?

• Handboek en werkboek
• Opgeladen laptop
• pen/potlood

Wat verwacht ik van jullie?

• Op tijd zijn
• Spullen bij je (laptop o.a.)
• Telefoon opgeborgen
• Huiswerk bijhouden
• Niet eten in de klas

Magister

Toegang tot het boek en opdrachten via magister:

Magister

Via leermiddelen naar de biologie website van biologievoorjou

Klascode invoeren

Vul je gegevens in (naam school enz.)

Voer de klascode in:

567187

Waar denk je aan bij biologie?

Wat is Biologie?

1. Biologie is een soort natuurkundig proces
2. Biologie is de leer van het leven
3. Biologie is alles leren over mensen
4. Biologie is alles leren over planten

Wat is het zwarte puntje midden in je oog?

1. Iris
2. Lens
3. Blinde blek
4. Pupil

Welk onderdeel van de plant
is aangegeven met een
nummer 5?

1. Bloem
2. Stengel
3. Blad
4. Wortels

Welke boom zien we hier?

1. Eikenboom
2. Kastanje boom
3. Dennenboom
4. Spar

Waar dienen de
wenkbrauwen voor?

1. Om de mens aantrekkelijk te maken
2. Om te voorkomen dat zweet in je ogen komt
3. Zodat je kan fronsen
4. Tegen de kou

Welke vogel is dit?

1. Waterhoen
2. Wilde eend
3. Meerkoet
4. Ekster

Dood

Levenloos

Levend

Levend, dood, levenloos

Levend = organisme vertoont levensverschijnselen (kenmerken van het leven, bijv. ademhalen)

Dood = organisme vertoont geen levensverschijnselen meer (maar deed dat vroeger wel)

Levenloos = iets dat nooit heeft geleefd en ook nooit zal doen.

Oefening: filmpje (volgende slide). Noteer zoveel mogelijk dingen die je ziet, die levend, dood en levenloos zijn.

Welke levensverschijnselen zijn er?

Levensverschijnselen

• Wat doet iemand die leeft allemaal?
  
• Bewegen, voeden, ademhalen, uitscheiden, groeien, voortplanten en waarnemen (= horen, zien, ruiken, proeven, voelen)
  

Nu zelf aan de slag!

• Je leest eerst de basisstof in je handboek door.
  
• De belangrijke woorden/begrippen zijn blauw gekleurd.
  
• Je bekijkt goed de plaatjes (afbeeldingen) die bij de tekst staan.
• Je komt vanzelf de opdrachten tegen:
  

  WB OPDRACHT 1 EN 2 BLZ 6

• Deze opdrachten maak je in je werkboek.