Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 25 min
Éléments de cette leçon
Vloertegels leggen in de specie
Slide 1 - Diapositive
Welke cementklasse heeft de specie om tegels in te leggen?
A
CEM I 32,5 R
B
CEM I 42,5 R
C
CEM I 62,5 R
D
CEM I 53,5 R
Slide 2 - Quiz
Wat word er bedoeld met een vette specie?
A
Te veel cement
B
Te weinig cement
C
Te veel water
D
Droge specie
Slide 3 - Quiz
Hoe test je de speciehechting aan de vloertegel.
A
hangproef
B
ligproef
C
schudproef
D
gooiproef
Slide 4 - Quiz
Wat is het biscuit van een tegel?
A
De hoeken van een tegel.
B
De ongeglazuurde zijde van een tegel.
C
De ruwe zijkanten van een tegel.
D
De geglazuurde zijde van een tegel.
Slide 5 - Quiz
Water, cement en hechtmiddel. Word ook wel een ..... genoemd?
A
loopbrug
B
fietsbrug
C
plakbrug
D
hechtbrug
Slide 6 - Quiz
Wat is aanbranden van de ondervloer? benoem de handeling
A
Cement op de natte ondergrond aanbrengen en deze uitvegen.
B
Droge cement op de ruwe betonvloer strooien en vervolgens met een gieter water over het cement gieten en uitvegen.
C
Droge cement en hulpstoffen op het speciebed strooien en vervolgens water met een stoffer of gieter over het cement sprenkelen.
Slide 7 - Quiz
Je gaat een vloer voegen. In totaal moet je 0,0075 m³ voegen. Het gewicht van de voegmortel is 1500 kg/m³. (gewicht voegmortel x vloer aantal%= antwoord
A
12,5 kg
B
11,3 kg
C
9,8 kg
D
5,5 kg
Slide 8 - Quiz
Vroeger gebruikten ze ..... om mooie gladde voegen maken in een pas getegelde wand?
A
Kant-en-klare voegmortel.
B
Voegmortel die al deels gedroogd is.
C
Voegmortel met kalk en cement.
D
Voegmortel met zilverzand en cement.
Slide 9 - Quiz
Wanneer moet je met voegen goed opletten, dat de tegel vol en vlak voegt.
A
met een vloertegel met facet
B
met plinttegel met facet
C
met een gerectificeerde wandtegel
D
met een wandtegel met rondkantje
Slide 10 - Quiz
Wat gebeurt er als een net gevoegd vloer bloot word gesteld aan te veel zon en wind?
A
niks
B
kleur verschil
C
verbrand de voeg
Slide 11 - Quiz
Hoe maak je spullen schoon?
A
water en borstel
B
harde borstel
C
ammoniak
D
terpentine
Slide 12 - Quiz
Hoe maak je de trommel van een speciemolen schoon?
A
Door water met wat grind of zand in de trommel te laten draaien.