vrij 15-1 engels 1b

Grammatica: personal pronouns
Ik kan de grammaticaregels van to have got en personal pronouns toepassen in een zin, door elkaar. 
Herhaling grammatica regels 
Engels
14-1-2021
Oefenen
Nakijken; lesson 5 opdracht 10,11,12,13,14
Hoe ging het?
-
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Grammatica: personal pronouns
Ik kan de grammaticaregels van to have got en personal pronouns toepassen in een zin, door elkaar. 
Herhaling grammatica regels 
Engels
14-1-2021
Oefenen
Nakijken; lesson 5 opdracht 10,11,12,13,14
Hoe ging het?
-

Slide 1 - Diapositive

Deze les nodig: 
- Engelse boek
- Computer/ laptop om de les te volgen
- Telefoon om mee te doen aan de LessonUp les
- Potlood 
timer
1:30

Slide 2 - Diapositive

Hoe gaat het met je?
Use only ONE word.
timer
1:00

Slide 3 - Question ouverte

To have got (hebben)

    +               + korte vorm   ?                 -

Slide 4 - Diapositive

Voorbeelden
1. (+) I have got straight hair.
2. (+ korte vorm) She's got braces.
3. (- korte vorm) We haven't got lessons in school.
4. (-) They have not got a dog.
5. (?) Have you got your phone with you?
6. (?) Has he got curly hair?

Slide 5 - Diapositive

She ..... freckles.
A
have got
B
has got

Slide 6 - Quiz

We ...... an online lesson.
A
has got
B
have got

Slide 7 - Quiz

I ..... time to work on my english homework right now.
A
has got
B
haven't got

Slide 8 - Quiz

... they ... a dog?
A
have ... got
B
has... got

Slide 9 - Quiz

Vertaal de zin:
Zij heeft een blauwe auto.

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal de zin:
Zij hebben geen televisie.

Slide 11 - Question ouverte

Vertaal de zin:
De leerlingen hebben geen les.

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal de zin:
Heeft James een scooter?

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal de zin:
Mike heeft een eenhoorn.

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal de zin:
Hebben zij een nieuw huis?

Slide 15 - Question ouverte

Personal pronouns (2)

Slide 16 - Diapositive

He is wispering. Can you hear .....?
A
him
B
her
C
she
D
it

Slide 17 - Quiz

Jack is texting to Molly. He wants to invite.... for lunch.
A
her
B
he
C
him
D
she

Slide 18 - Quiz

We are going out to dinner. Do you want to join....?
A
me
B
them
C
us
D
we

Slide 19 - Quiz

It is my book. Let me get it for ....
A
she
B
you
C
he
D
me

Slide 20 - Quiz

They are over there. I can see .....
A
you
B
her
C
us
D
them

Slide 21 - Quiz

I am Charlie. Can you see ....?
A
I
B
me
C
us
D
them

Slide 22 - Quiz

My sister and I need help. Can you help...?
A
we
B
them
C
us
D
me

Slide 23 - Quiz

He is shouting. Can you hear ...?
A
her
B
him
C
I
D
he

Slide 24 - Quiz

We are going to the cinema. My mum will drive .... Can you send ..... a message with your adress?
A
me/her
B
you/her
C
them/her
D
us/her

Slide 25 - Quiz

Nakijken

Slide 26 - Diapositive

Nakijken

Slide 27 - Diapositive

Nakijken

Slide 28 - Diapositive

Nakijken
Eigen invulling. Wat heb je opgeschreven?

Slide 29 - Diapositive

Nakijken
Eigen invulling.
Wat heb je opgeschreven?

Slide 30 - Diapositive

Afronding
Vandaag hebben we geoefend met het werkwoord to have got en we hebben geoefend met de personal pronouns

 Volgende week weer les op school. 
Tot dan!

Slide 31 - Diapositive