Les 4: herhalen comparative + uitleg superlative

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Engels

• plattegrond
• telefoons in telefoontas
• boeken/laptop/schrift/etui op bank
• mutsen af + jassen uit 

Unit 4 Weather

Goals

Last lesson we did some listening and the comparison

This lesson we are going to repeat the comparison, discuss the superlative + too/enough and do some listening as well.

Check homework

Maken: opdracht 1 t/m 3 blz. 43 en 1 t/m 5 blz. 42

Leren: eerste 30 woorden van unit 4

Luistervaardigheid oefening.

Beantwoord de vragen:

1. is dit het ochtend middag of avond weerbericht?

2. Voor welke windstreken is het weerbericht bedoeld?

3. Waar gaat het in het weekend nog regenen?

4. zijn de tempraturen aankomende week hoog of laag in Engeland?

5. Wat is de temperatuur in het weekend?

Weather

Antwoorden

1.- ochtend

2.- zuiden, oost, noord en west

3.- londen en kent

4.- hoog

5.- 21 graden

short words:

+ est
Michael is strong.(1 lettergreep)

He is the strongest  

Verdubbelen

a cheetah is  a BIG cat.
a leopard is  the BIGGEST 

(korte woorden met een korte klinker en 1 medeklinker op het einde)

Y -> iest

The man in red shorts is UGLY.

The man in purple shorts is  the ugliest

(het woord eindigt op een -y met een medeklinker ervoor)

long words:

Meer dan 2 lettergrepen

more ...
An Iphone is expensive.
A Ferrari is the most expensive.
ex-pen-sive (3 lettergrepen!)

Uitzonderingen!!!

 (ver) far - further - furthest

(goed) good - better - best

(slecht) bad - worse - worst

(weinig) little - less - least (kun je niet tellen)

(een paar) few - fewer - fewest (kun je tellen)

(veel) much/many - more - most

Als er teveel is...

• This is too  good to be true.
• She is too nice to her daughter. 

Too = VOOR het bijv. nw.

Als er  genoeg is....

• They don't have enough money.
• They were not funny enough to make them smile. 

ENOUGH = VOOR het zelfst nw of NA het bijv nw

This is .............
exercise on the worksheet.

1. the difficultest
2. the most difficult
3. the most difficultest
4. the more difficulter

He is .......... teacher in the country.

1. the goodest
2. gooder than
3. the best
4. better than

Here is Emily. She's six years old. Her brother is nine, so he is...........

1. old
2. older
3. olden
4. oldest

0

Work alone

Anders:

Eerst maken handout https://www.liveworksheets.com/w/en/english-second-language-esl/46836 (zet antwoorden in schrift)

4D opdracht 1 t/m 4 WB blz. 45

Leren: eerste 30 woorden van woordenlijst unit 4

Homework

Maken: 4D opdracht 1 t/m 4 WB blz. 45 + handout https://www.liveworksheets.com/w/en/english-second-language-esl/46836

Leren: eerste 30 woorden van woordenlijst unit 4