EHBO Reanimatie – Defibrillatie – Theorie

reanimeren 
defibrilleren
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingSecundair onderwijs

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

reanimeren 
defibrilleren

Slide 1 - Diapositive

Wat is reanimeren?

Slide 2 - Carte mentale

Wat is defibrilleren?

Slide 3 - Carte mentale

Bij welk soort SO ga je dit toepassen?

Slide 4 - Question ouverte

HARTSTILSTAND
cursus p.17

Slide 5 - Diapositive

Hartstilstand 
o Het bloed transporteert zuurstof naar alle organen.
 
o Tekort aan zuurstof: schade

o Hersenen zijn zeer gevoelig voor zuurstoftekort: al na enkele minuten onomkeerbare schade

Slide 6 - Diapositive

Hartstilstand 
-Hart stopt met pompen ->  bloedsomloop valt stil 
    -->  hart- /circulatiestilstand.
-Oorzaak hart: vaak in het hart zelf; verdrinking; verstikking.

- Zuurstoftekort in allerlei (vitale) organen

- SO verliest snel bewustzijn -> stopt met ademen -> sterft
-Hart stopt met pompen -> bloedsomloop valt stil
                                                -> hart- /circulatiestilstand.

-Oorzaak hart: in het hart zelf; verdrinking; verstikking.

-Zuurstoftekort in allerlei (vitale) organen

-SO verliest snel bewustzijn -> stopt met ademen -> sterft


Slide 7 - Diapositive

Hoe herken je een hartstilstand?

Slide 8 - Diapositive

Hoe herken je een hartstilstand?
- Soms moeilijk te herkennen.
 
- Je vermoedt dat het om een hartstilstand gaat als het SO niet  reageert en niet normaal ademt




Start reanimatie!

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Reanimatie: volwassene
cursus p.18

Slide 13 - Diapositive

Reanimatie volwassene
- Het slachtoffer reageert niet / is bewusteloos.
 
- Een combinatie van borstcompressies + beademingen

- 30 borstcompressies + 2 mond- op mondbeademingen

-Gebruik ook een automatische AED als deze beschikbaar is!

Slide 14 - Diapositive

Stap 1, 2, 3

Slide 15 - Diapositive

STAP 4: START REANIMATIE

Slide 16 - Diapositive

Wanneer stop je met reanimeren? 

Slide 17 - Diapositive

Wanneer stoppen met reanimeren?
  • gespecialiseerde hulp vraagt je te stoppen en neemt de reanimatie over 

  • het slachtoffer wordt definitief wakker wordt: beweegt, opent de ogen en ademt normaal

  • je bent zelf uitgeput.

Slide 18 - Diapositive

Borstcompressies

cursus p.19

Slide 19 - Diapositive

Borstcompressies = hartmassage
1. Plaats de handen in het midden van de borstkas. Haak de vingers van beide handen in elkaar.
2. Druk de borstkas bij de gemiddelde volwassene ongeveer 5cm in, maar niet meer dan 6 cm.
3. Druk de borstkas in met een frequentie van 100 tot 120 compressies per minuut, met zo weinig mogelijk onderbrekingen.
4. Laat de borstkas na elke compressie telkens omhoogkomen. Steun niet op de borstkas.


Borstcompressies = hartmassage 
 

 

1. Plaats je handen in het midden van de borstkas, haak de vingers van beide handen in elkaar.
 
2. Druk de borstkas in +/- 5cm (volwassene)

3. Frequentie van 100-120 compressies/minuut
 
4. Laat de borstkas na elke compressie telkens omhoogkomen. Steun niet op de borstkas.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Beademingen

cursus p.19

Slide 22 - Diapositive

Beademingen: 
- Het circulerende bloed wordt van zuurstof voorzien

- Luchtweg moet hiervoor open zijn!

- Via mond- op mondbeademing of zakmasker

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Baby's en kinderen beademen

Na beoordelen van de toestand van het SO: eerst 5x beademen! 
Ga daarna verder met compressies en beademingen : 30 – 2

BABY:
-  Neutrale positie van het hoofd en til de kin omhoog.
- Knijp de neus niet dicht, maar plaats je mond over de mond en     de neus van de baby om te beademen.

Slide 25 - Diapositive

Baby's en kinderen beademen

Slide 26 - Diapositive

Defibrilleren

cursus p.19-20

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

- Bij +/- de helft van slachtoffers hartstilstand: geen echte stilstand van het hart, maar ventrikelfibrillatie.
 
- Ventrikkelfibrillatie: Het hart trekt onregelmatig samen, de hartkamers chaotisch trillen.

- Een automatische externe defibrillator = AED
  
- Dient alleen een schok toe als het hart fibrilleert.
 

Slide 30 - Diapositive

Het gebruik van het AED-toestel verhoogt de slaagkansen van de reanimatie!
 


Slide 31 - Diapositive

TIPS bij gebruik van AED

Een AED vervangt het geven van borstcompressies en beademingen niet. 





Slide 32 - Diapositive

TIPS bij gebruik van AED

Een AED-toestel werkt met elektriciteit. Veiligheid!!!
- Droog de borstkas van het slachtoffer als ze nat is
- Kleef de elektroden niet op medicatieklevers of over verband.
- Kleef de elektroden niet op juwelen, bijvoorbeeld piercings.
- Kleef ze niet over een tepel of over een pacemaker.
- Kleef de elektroden op die plaatsen zijn aangeduid.
- Sterk behaarde borst: scheren






Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo