8.5 doping en drugs

8.5 les 1
Doping en drugs
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

8.5 les 1
Doping en drugs

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalen 8.3 en 8.4

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat bevindt zich op plaats P?
A
bloed
B
lymfe
C
weefselvloeistof

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van een lymfeknoop?
A
Lymfe verzamelen
B
Lymfe zuiveren
C
Lymfe afbreken
D
Lymfe opnemen

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Via welke drie organen raakt het lichaam water kwijt?
A
Hart, longen, darmen
B
Longen, huid, nieren
C
Nieren, darmen, longen
D
Lever, nieren, longen.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er in de lever?
De lever....
A
breekt eiwit, alcohol en rode bloedcelen af
B
Slaat glycogeen op
C
Maakt gal
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Drie bloedvaten zijn de leverader, de lever slagader en de poortader.
Waar is het bloed zuurstofrijk?
A
Alleen de leverslagader
B
In de leverader en in de poortader
C
In de leverslagader en in de poortader

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doen nieren?
A
Ze filteren bloed en verwijderen afvalstoffen (urine)
B
Ze maken nieuwe bloedcellen aan en verwijderen versleten bloedcellen
C
Ze nemen koolstofdioxide op en maken hier zuurstof van.
D
Ze helpen mee aan de vertering van moeilijke oplosbare stoffen zoals vetten

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De afbeelding geeft onder andere een nier weer. Welke letter geeft het nierbekken aan?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
-Je kunt uitleggen hoe doping sportprestaties kan beïnvloeden.
-Je kunt de invloed van drugs op het lichaam beschrijven.
-Je kunt uitleggen wat de gevolgen kunnen zijn van drugsgebruik.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doping
Doping: Een middel dat de sportprestaties van een sporter verbeterd.

  • Verboden stoffen
- amfetamine
- anabole steroïden
  • Bloeddoping

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verboden stoffen
  1. Amfetamine: een stimulerende stof.
  2. Anabole steroïde: stof die ervoor zorgt dat je spieren groeien.  

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloeddoping
Doel: Tijdelijk meer rode bloedcellen.

Middel 1: Toedienen van eigen bloed met veel rode bloedcellen

Middel 2: EPO, een hormoon dat de productie van rode bloedcellen stimuleert

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Anabole steroïden stimuleren voor spiergroei.
Vooral voor sporten waar kracht een belangrijke rol speelt zoals gewichtheffen.
Amfetamine is een stimulerende stof.
De sporter kan langer doorgaan  Bijvoorbeeld wielrennen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe beïnvloed drugs je lichaam?
Mensen gebruiken drugs voor verschillende redenen

Drie soorten effecten van drugs:
Stimulerende middelen 
Verdovende middelen
Bewustzijnsveranderende 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- Verdovende middelen
- Stimulerende middelen
- Bewustzijnsveranderende middelen
Alcohol, opium, morfine, heroïne, slaap- en kalmeringsmiddelen.
- Rustig
- Blij
- Verminderen van angst

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- Verdovende middelen
- Stimulerende middelen
- Bewustzijnsveranderende middelen
Nicotine, cafeïne, cocaïne en xtc.
- Energiek
- Alert
- Opgewekt
* Zelfvertrouwen neemt toe

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- Verdovende middelen
- Stimulerende middelen
- Bewustzijnsveranderende middelen
LSD en paddestoelen
- Iemand neemt de buitenwereld anders waar 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8.5 Les 1 
 Maak opdracht 1 t/m 13
Doen opdr 14. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8.5 les 2
Doping en drugs

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalen vorige les 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sporters worden regelmatig gecontroleerd op het gebruik van doping. Welke lichaamsvloeistoffen worden hiervoor gebruikt?
A
Weefselvloeistof en bloed
B
Bloed en urine
C
Lymfe en weefselvloeistof
D
Lymfe en urine

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk van deze vormen van doping heeft het grootste effect op de prestatie van een marathonloper?
A
Anabole steroïden
B
Amfetamine
C
Bloeddoping
D
Geen van allen

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Drugs kunnen verschillende werkingen hebben.
Welk type drugs vertraagt je reactievermogen?
A
Verdovende middelen
B
Stimulerende middelen
C
Bewustzijnveranderende middelen

Slide 24 - Quiz

Controlevraag over de uitleg die ik net gegeven heb: snapt de leerling het / heeft de leerling opgelet? Timer zodat leerlingen niet op elkaar aan het wachten zijn.
Leerdoelen
-Je kunt uitleggen hoe doping sportprestaties kan beïnvloeden.
-Je kunt de invloed van drugs op het lichaam beschrijven.
-Je kunt uitleggen wat de gevolgen kunnen zijn van drugsgebruik.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de gevolgen van drugsgebruik?
-Gezondheidsproblemen
-Psychische problemen
-Sociale problemen
-Financiële problemen

Als een verslaafde wil stoppen moet diegene afkicken

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lichamelijk afhankelijk

Geestelijk afhankelijk

Sociaal afhankelijk

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afhankelijkheid
  1. Lichamelijke afhankelijkheid: als je stopt met gebruiken krijg je ontwenningsverschijnselen. 
  2. Geestelijk afhankelijk:  je hebt het gevoel dat je niet zonder kunt.
  3. Sociaal afhankelijk

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

8.5 Les 2 
 Maak opdracht 15 t/m 19
Nakijken  

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions