IJZERDRAAD POPPETJE

• Handvaardigheid
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Schipbreukeling  

DOCENT

C1-4 / B1A

Glenn

Mart

Fares 

Nick

Adriaan

Maja Benthe Jolie Josephine Eline Lisa

Teun

Luuk

Reben

Vigo

Dit gedrag wil ik zien in de klas:

• Je luistert goed naar de docent en doet wat de docent van je vraagt.

• Als iemand anders aan het woord is, ben jij stil.

• Je blijft op je plek zitten. Alleen lopen als het mag van docent.

• Als je een vraag hebt steek je je hand op.

• Je blijft van je klasgenoten af en bent tegen iedereen vriendelijk.

• Je gaat rustig aan het het werk en praat alleen zachtjes met de mensen aan je eigen tafel, als het mag.

• Als je ziet dat het bord op ROOD staat is het te druk en dan:
  
  

    1: Ga je zitten

    2: Ben je stil

    3: Maak je je handen leeg

    4: Kijk en luister je naar de docent

Doelen/ wat leer je bij deze opdracht?​​

1. Iets maken bij een verhaal.

2. Creatief denken; zelf oplossingen bedenken.

3: Je fantasie gebruiken.

4. Hoe je een mensfiguur kan maken van ijzerdraad.

In deze opdracht ga je, aan de hand van een verhaal over een schipbreukeling een poppetje maken van ijzerdraad, aluminiumfolie en schilderstape. Dat poppetje gaat  uitbeelden hoe hij heeft overleefd en heeft een jachtvoorwerp bij zich. 

Als je het poppetje in elkaar gezet hebt, maak je het jachtvoorwerp. Daarna mag je het beschilderen met plakkaatverf, het een kapsel geven en er kleding voor maken.

Het verhaal: 

Je hebt een reis gewonnen, gefeliciteerd! Je gaat met een schip de wereld rond! Maar midden op de Grote Oceaan kom je in een hevige storm terecht. De boot houdt het niet, en je lijdt schipbreuk. Dodelijk vermoeid, half zwemmend, half bewusteloos spoel je aan op een onbewoond eiland. Met wat je hebt moet je zien te overleven in je eentje. Op het eiland moet je aan eten zien te komen door jagen, vissen, fruit plukken of schapen houden enz. Je hebt één jachtvoorwerp kunnen redden van de boot. Die draag je bij je. Bijvoorbeeld een mes, pijl en boog, of een vishengel. 

Een geweer of pistool doet het door het zoute zeewater niet goed meer. Die kun je niet gebruiken.

STAP 1: SCHETSEN

Je gaat bedenken wat voor poppetje je wil maken. Bedenk wat het     

poppetje doet en hoe hij heeft overleefd en wat voor jachtvoorwerp het bij zich heeft, wat voor kleren het nog aan heeft. Of het zit, staat of ligt en hoe je dat gaat maken.
 

-Maak een schets van hoe je poppetje er ongeveer uit komt te zien.

In je schets wil ik graag zien:

Of het poppetje zit, staat, ligt, hangt etc.

Wat het poppetje aan het doen is. Wat beeld het uit?

Wat hij/zij vast heeft / op staat / aan hangt etc. Dus wat is het jachtvoorwerp?

 Als je klaar bent laat je de schets zien aan de docent voordat je verder gaat.

​

STAP 2: ijzerdraad goed in verhouding

Neem twee stukken ijzerdraad van bijv. zo'n 50 centimeter lang of langer en draai in de eerste een rondje in het midden en draai het draad in elkaar onder dit rondje. Dat wordt het hoofd.

Het tweede draad draai je rond het eerste draad en dan naar beneden voor het lichaam. Ook hier draai je de draden in elkaar. Je krijgt dan een figuur zoals je ziet op de tekening hiernaast. Zet de delen die nog wat bewegen vast met een stuk plakband.

STAP 3: Verhoudingen

Dan ga je er een figuur van maken. Zorg dat de verhoudingen kloppen!

Ben je tevreden over vorm, dan ga je het hoofd en de romp opvullen met aluminium folie en steeds vastplakken met het schilderstape. Als je dat gedaan hebt, ga je ook de armen en benen helemaal strak omwikkelen met stroken aluminiumfolie en daaromheen tape. Hiermee maak je de armen en benen wat dikker zodat het wat meer op een mannetje of vrouwtje gaat lijken.

STAP 4: Schilderen en aankleden

Als je poppetje helemaal in elkaar gezet is, en alles is netjes met tape omhuld, ga je ook het jachtvoorwerp maken. Daarna mag je het poppetje gaan beschilderen, het een kapsel geven en er kleding voor maken.