Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Hoe gebruik je de Atlas?
Kaart en Plaatsbepaling
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Leerdoelen en planning
Aan het einde van de les weet je:
Hoe je bij aardrijkskunde een atlas gebruikt.
Hoe je snel een plaats kan vinden in een atlas.
Hoe je snel een thematische kaart kan vinden in de atlas.
Hoe je Google Earth gebruikt tijdens de les.
Herhaling (verplicht voor aantal leerlingen)
Uitleg
Opdrachten maken (Learnbeat)
+Opdracht
Trainingstoets
= verplicht
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe gebruik je de atlas?
Bij aardrijkskunde heb je een atlas nodig. Je kunt op verschillende manieren in de atlas zoeken.
Inhoudsopgave
Bladwijzer
Topografische register
Trefwoordenregister
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Inhoudsopgave
Staan de nummers en de titels van alle atlaskaarten in de volgorde zoals ze in de atlas staan: van dichtbij naar veraf.
Slide 4 - Diapositive
● Voor in de atlas staat de inhoudsopgave. Daarin staan de nummers en de titels van alle atlaskaarten in de volgorde zoals ze in de atlas staan: van dichtbij naar veraf.
Bladwijzer
Als je snel een plaats of gebied wilt opzoeken waarvan je al ongeveer weet waar dat ligt
Slide 5 - Diapositive
Als je snel een plaats of gebied wilt opzoeken waarvan je al ongeveer weet waar dat ligt, is een bladwijzer handig. Een bladwijzer is een kaart met vakken waarin de nummers van de kaartbladen staan. Je vindt hem aan de binnenkant van de kaft.
Topografische register
Als je niet weet waar een plaats ligt. Dat is een alfabetische lijst van alle plaatsen, rivieren en bergen in de atlas. Achter elke naam staat eerst de bladzijde van de kaart en daarachter het kaartvak.
Bijvoorbeeld: Calgary 200-201 I4.
Slide 6 - Diapositive
Als je niet weet waar een plaats ligt, gebruik je het topografische register. Dat is een alfabetische lijst van alle plaatsen, rivieren en bergen in de atlas. Achter elke naam staat eerst de bladzijde van de kaart en daarachter het kaartvak. Bijvoorbeeld: Calgary 200-201 I4. Dat betekent dat Calgary op kaartblad 200-201 in kaartvak I4 ligt.
Trefwoorden register
Als je informatie zoekt over een onderwerp.
Het trefwoordenregister is een lijst met onderwerpen. Bij elk onderwerp staat welke kaarten in de atlas daarover gaan.
Slide 7 - Diapositive
Als je informatie zoekt over een onderwerp, gebruik je het trefwoordenregister achter in de atlas. Dat is een lijst met onderwerpen. Bij elk onderwerp staat welke kaarten in de atlas daarover gaan.
Legenda
Bij alle kaarten in de atlas hoort een legenda. Vaak staat die direct bij de kaart, maar soms staat er voor of achterin de atlas een algemene legenda voor overzichtskaarten.
Slide 8 - Diapositive
Bij alle kaarten in de atlas hoort een legenda. Vaak staat die direct bij de kaart, maar soms staat er voor in de atlas een algemene legenda voor overzichtskaarten.
Even proberen
Zoek het volgende in de atlas:
Noordpoolgebied
De Alpen
Havana
Bioscopen in Nederland
Verenigde Staten - bevolking
Brazilië
Qatar
Voetbal in Nederland
Slide 9 - Diapositive
Noem een aantal plaatsen of landen die de leerlingen moeten gaan zoeken in de atlas.
Werken met Google Earth
Een bekende virtuele globe is Google Earth. Je kunt ermee over de hele wereld reizen.
Slide 10 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Opdrachten
Maken in Learnbeat
Paragraaf 1.2
Hoe gebruik je de Atlas?
Opdrachten
Slide 11 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Heb je een kaart nodig om de volgende les te vinden?