V3: le verbe -IR (chapitre 2).Part2

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Regelmatige ww op -er présent
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
regardons
regardez
regardent
regarde
regardes
regarde

Slide 3 - Question de remorquage

Regelmatige ww op -re au présent
Je
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
vendons
vendez
vendent
vend
vends
vends

Slide 4 - Question de remorquage

Regelmatige ww op -ir au présent
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
choisissons
choisissez
choisissent
choisit
choissis
choisis

Slide 5 - Question de remorquage

VWO 3 chapitre 2: Grammaire et écrire 
Explication

Slide 6 - Diapositive

le verbe -ir
Hoe te vervoegen?

Voor deze groep geldt ook:

Slide 7 - Diapositive

le verbe -ir
Hoe te vervoegen?

Voor deze groep geldt ook:

STAM + UITGANG

Slide 8 - Diapositive

le verbe -ir
Dus:

FINIR => stam = FIN

en gaat dan als volgt:

Slide 9 - Diapositive

Regelmatige ww op -ir 
FINIR (= eindigen) - Présent (=tegenw. tijd)
je finis
tu finis
il/elle/on finit
nous finissons
vous finissez
ils/elles finissent

Slide 10 - Diapositive

Regelmatige ww op -ir 
Andere werkwoorden op -IR:
- choisir (= kiezen)
- grandir (= opgroeien)
- remplir (= invullen)
- réussir (= slagen)
- réfléchir (=nadenken)

Slide 11 - Diapositive

Dan hebben we de 3 regelmatige ww:





Maak de volgende opdrachten

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Slide 14 - Lien

Slide 15 - Lien

Et le passé composé?

Wat is de regel van de passé composé?

Slide 16 - Diapositive

Et le passé compé

Wat is de regel van de passé composé?

=> hulp ww + voltooid deelwoord

Slide 17 - Diapositive

Regelmatige ww op -ir 
 
CHOISIR (= kiezen) 
Ik heb gekozen = j'ai choisi
REMPLIR (= vullen)
Jij hebt ingevuld = tu as rempli

Slide 18 - Diapositive

Dus:
regarder => ik heb gekeken wordt?                   J'ai regardé

vendre => ik heb verkocht wordt?                      J'ai vendu

finir => ik heb beïndigd wordt?                            J'ai fini

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

Au travail!
Pour jeudi 11 janvier:

Faire: ex 29a/29c/29d/30
Apprendre: voca F fn/nf + aantek -IR

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive