Gezond Leven 2VWO

B.6 Gezond leven 
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

B.6 Gezond leven 

Slide 1 - Diapositive

Noem lange termijn effecten van alcohol

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Vidéo

Welk orgaan zorgt dat alcohol wordt afgebroken

Slide 4 - Question ouverte

Effect van alcohol op de korte termijn

Slide 5 - Diapositive

Alcoholvergiftiging
  • Alcoholvergiftiging kan bij jongeren al optreden bij 7 glazen

  • Heel snel grote hoeveelheden alcohol  is gevaarlijk, in de volksmond comazuipen, (Bingedrinking)

Slide 6 - Diapositive

Effecten Alcohol op de lange termijn
Alcohol verdooft je hersenen en beschadigd hersenen blijvend.
Je hersenen ontwikkelen
nog nadat je volwassen bent.

Beschadigt: Lever, hart, maag.

Slide 7 - Diapositive

Rond welke leeftijd zijn de hersenen volgroeid

Slide 8 - Question ouverte

Omschrijf wat er met de term bloeddruk wordt bedoeld

Slide 9 - Question ouverte

Noem 3 mogelijke oorzaken van een hoge bloeddruk

Slide 10 - Question ouverte

Bloeddruk
  • De druk die het bloed uitoefent op de wanden van de slagaders.

  • Bij een hoge bloeddruk raken de bloedvaten eerder beschadigd 
  • Oorzaken: Stress, roken, overgewicht, teveel zout (nieren dus belangrijk)




Slide 11 - Diapositive

Aderverkalking
  • Bloedvat raakt beschadigd 

  • Stoffen (cholesterol, witte bloedcellen) 
       uit het bloed kunnen ophopen in de 
       wand van het bloedvat

  • Vernauwing van het bloedvat



Slide 12 - Diapositive

  • Vernauwde bloedvaten --> sneller beschadigd

  • Bij beschadigen van de wand kan bloedstolsel (bloedprop) die het bloedvat afsluit

  • Gebeurt dit rondom het hart - > Hartinfarct 



Volledige verstopping van een bloedvat

Slide 13 - Diapositive

Voorkomen van slagaderverkalking?
Niet roken
Gezond eten
Voldoende bewegen

Slide 14 - Diapositive

Slagaderverkalking
Wat is slagaderverkalking?!
Als de wand van een slagader beschadigd, kunnen er witte bloedcellen en vette stoffen uit het bloed doorheen dringen. Deze hopen zich op in de wand van het bloedvat. Hierdoor ontstaat een verdikking, die uiteindelijk hard wordt door kalk. Dit noem je slagaderverkalking. 
1.
De wand van een bloedvat raakt beschadigd
2.
Witte bloedcellen en vette stoffen uit het bloed gaan in de want op de beschadigde plek zitten/plakken vast
3.
De stoffen hopen op. Het bloedvat wordt nauwer(smaller) en dus kan het bloed niet meer goed stromen.
4.
De stoffen (witte bloedcellen en vette stoffen) worden hard en "verkalken". Dit is Slagaderverkalking
De gevolgen van Slagaderverkaling?
Het bloedvat wordt nauwer en stijver (minder elastisch). Hierdoor stijgt de bloeddruk. Het hart moet meer kracht leveren om het bloed door de vernauwde bloedvaten te pompen en kan belast raken. Het weefsel achter het vernauwde bloedvat krijgt minder bloed, en dus minder zuurstof. Daardoor werkt het weefsel of orgaan slechter of helemaal niet meer.
Voorkomen?
De kans op slagaderverkalking kan je voorkomen door NIET te roken en gezond te eten en bewegen.

Slide 15 - Diapositive

Stijgt of daalt de bloeddruk wanneer er sprake is van slagaderverkalking ?
Stijgt
Daalt

Slide 16 - Sondage

Wat is de naam van de bloedvaten die het hart van zuurstof voorzien?

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Vidéo

Iemand heeft bloedgroep A en wil zijn bloed aanbieden aan iemand met bloedgroep B. Dit kan niet omdat?
A
Bloedgroep B bevat anti-A.
B
Bloedgroep B bevat anti-B.
C
Bloedgroep B bevat antigeen-A.
D
Bloedgroep B bevat antigeen-B.

Slide 19 - Quiz

Iemand met bloedgroep O kan bloed ontvangen met bloedgroep...
A
A, B, AB en O
B
AB en O
C
Alleen van bloedgroep O
D
A, B en AB

Slide 20 - Quiz

Welke bloedgroep kan alle bloedgroepen ontvangen?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 21 - Quiz

Aan welke bloedgroepen kan iemand met bloedgroep B doneren?
A
Alleen bloedgroep B
B
Bloedgroep B en AB
C
Bloedgroep B en 0

Slide 22 - Quiz

In welk(e) bloedvat(en) is/zijn de bloeddruk laag?
A
In haarvaten en aders
B
alleen in aders
C
alleen in haarvaten

Slide 23 - Quiz

Waar is de bloeddruk het hoogste?
A
aders
B
slagaders
C
haarvaten

Slide 24 - Quiz

Huiswerk
Basisstof 6 opdrachten 6 t/m 10
Basisstof 8 opdrachten 1 t/m 5

Slide 25 - Diapositive

Bloeddruk/hartslag meten
  • Bovendruk ( <120)
  • Onderdruk ( <90)
  • Hartslag (60 - 100 pm)

Slide 26 - Diapositive