Het Wilhelmus, Hooft, Vondel en Bredero

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

uit hoeveel coupletten bestaat het Wilhelmus
A
1
B
5
C
15
D
20

Slide 9 - Quiz

Wat is een acrostichon?
A
Een lange tekst die ook kan worden gezongen
B
Het rijmschema van het gedicht
C
een ander woord voor volkslied
D
De eerste letters van een strofe vormen een naam/woord

Slide 10 - Quiz

Sinds wanneer is Het Wilhelmus het volkslied van Nederland

Slide 11 - Question ouverte

waar
niet waar
DOEL: De Nederlanders moed inspreken

DOEL: De Nederlanders laten weten waar hun oorsprong ligt
DOEL: op goede voet komen met de Spanjaarden
DOEL: De opstand tegen de Spaanse koning verdedigen

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

P.C. Hooft
Bredero
Vondel
Gijsbrecht van Aemstel
Warenar
Klucht van een koe

Slide 20 - Question de remorquage

Wat is een bekende uitspraak van Bredero?
A
De vis wordt duur betaald
B
Het gaat zoals het gaat
C
in voor- en tegenspoed
D
't kan verkeren

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

De uitspraak 'cogito ergo sum' van Descartes betekent
A
ik denk, dus ik besta
B
je leeft maar een keer
C
''t kan verkeren
D
het gaat zoals het gaat

Slide 28 - Quiz

Het rationalisme gaat ervan uit dat..
A
je een beter leven krijgt door na te denken
B
god verantwoordelijk is voor het geluk van de mens
C
kennis in dienst moet worden gesteld van de ontwikkeling van de moderne mens
D
Je macht moet gebruiken

Slide 29 - Quiz