Woensdag 29 maart (C+G) zinnen maken

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bonjour tout le monde!

• Jassen uit 
• mobieltjes in je tas
• Inloggen in LessonUp svp
• Als de timer is afgelopen begint de les.

Leerdoel

Ik kan zinnen maken.

Tu aimes les maths?

Jij houdt van de wiskunde?

Houd jij van wiskunde? Vind jij wiskunde leuk?

1

2

3

4

5

?

les

aimes

tu

maths

Oui, j'aime les maths.

Ja, ik houd van de wiskunde

Ja, ik houd van wiskunde

Non, je n'aime pas les maths.

Nee, ik niet houd van niet de wiskunde

Nee, ik houd niet van wiskunde

1

2

3

4

5

6

7

je

les

aime

maths.

pas

n'

non,

Quelle est ta matière préférée?

Wat is jouw vak lievelings?

Wat is jouw lievelingsvak?

1

2

3

4

5

6

quelle

préférée

matière

est

ta

?

Ma matière préférée c'est le français.

Mijn vak lievelings dat is het Frans.

Mijn lievelingsvak is Frans.

1

2

3

4

5

6

7

préférée

le

français.

matière

est

ma

c'

J'ai seize sur vingt.

Ik heb zestien op twintig.

Ik heb een 8

Je suis en cinquième

ik ben in vijfde.

Ik zit in de brugklas / de eerste.

Qui est ton prof de français?

Wie is jouw docent van Frans?

Wie is jouw docent Frans?

1

2

3

4

5

6

7

qui

?

prof

est

français

de

ton

Il est sévère?

 Hij is streng?

Is hij streng?

Quelle heure est-il?

Welk uur is hij?

Hoe laat is het?

1

2

3

4

5

6

il

?

-

heure

quelle

est

La récré, c'est à quelle heure?

De pauze, het is op welk uur?

Hoe laat is de pauze?

1

2

3

4

5

6

7

8

?

la

heure

à

récré,

est

c'

quelle

Ik weet hoe ik Franse zinnen moet maken.

1. oui
2. presque
3. un peu
4. non

Quizlet

Phrases clés C + G

https://quizlet.com/join/dWY2BFRRP