Oefenset 3: leesvaardigheid

Tijd om te lezen
timer
10:00
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Tijd om te lezen
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Begintaak (4 min)

Wat betekenen deze vraagomschrijvingen. Noteer dit in steekwoorden in je schrift, zodat je het kan uitleggen aan een klasgenoot. Geen idee? Zet dan een vraagteken neer.
Werk alleen en in stilte. 
Je krijgt vragen over...
  • het combineren van verschillende bronnen
  • argumentatie
  • figuurlijk taalgebruik
  • framing
  • bruikbaarheid/betrouwbaarheid van teksten
  • synthesetaken 
  • sorteertaken

Slide 2 - Diapositive

Oefenset 3: leesvaardigheid
Na deze les...
  • kun je het lezen van een een tekst goed aanpakken
  • kun je een toetsvraag goed beantwoorden

Slide 3 - Diapositive

Welke aandachtspunten voor een leestoets heb jij voor jezelf genoteerd na de bespreking van het formatief meetmoment?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

We lezen bron 1 (oefenset 3) 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Bron 1 bevat meerdere voorbeelden van figuurlijk taalgebruik dat met het tekstthema te maken heeft, zoals 'stralende toekomst'. Citeer twee andere voorbeelden van dergelijk figuurlijk taalgebruik in bron 1.

Slide 8 - Question ouverte

Welke drie effecten van figuurlijk taalgebruik heeft de schrijver waarschijnlijk beoogd? Kies uit de lijst uit oefenset 3

Slide 9 - Question ouverte

Welk effect heeft het gebruik van de term 'klantvriendelijk' in regel 14? De term 'klantvriendelijk'
A
benadrukt dat het onderzoeksbureau bij het opstellen van het rapport rekening heeft gehouden met de partijen die betrokken zijn bij de inzet van nucleaire energie
B
impliceert dat het onderzoeksbureau moeite heeft gedaan om een eerlijk rapport over het gebruik van atoomenergie te schrijven
C
laat zien dat het onderzoeksbureau er in geslaagd is om een helder rapport te schrijven dat leesbaar is voor politici en burgers
D
suggereert dat het onderzoeksbureau een rapport heeft geschreven dat expres positief is over het gebruik van nucleaire energie

Slide 10 - Quiz

Een kritische lezer zou kunnen zeggen dat de titel van bron 1 een woordspeling gevat en dat de auteur hiermee probeert de lezer te beïnvloeden. Leg uit welke woordspeling en op welke manier de lezer hierdoor beïnvloed kan worden.

Slide 11 - Question ouverte

We lezen bron 4: Strikte scheiding landbouw en natuur beste voor biodiversiteit

Slide 12 - Diapositive

Let op woorden als 'heeft te lijden onder' (r.17) en 'Mijn verbazing is dan ook groot' (r.24-25)
Leg uit op welke manier het woordgebruik van de auteur zijn standpunt over biologische landbouw ondersteunt.

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het effect van het gebruik van het woord 'optimistische' in r. 41, als het gaat om tegenstelling tussen intensieve en biologische in bron 1?

Slide 14 - Question ouverte

We lezen bron 5: Hoe overleeft een kind van curlingouders in de echte wereld? 

Slide 15 - Diapositive

Bestudeer bron 6. Wat moet Fokke volgens bron 5 anders doen als zijn kind Jenne weer een opstel moet schrijven? Noem twee dingen en baseer je antwoord op alinea 8 van bron 5.

Slide 16 - Question ouverte

We lezen bron 7: Sonnet over curling

Slide 17 - Diapositive

Wat is volgens bron 7 het gevolg van een opvoeding door curlingouders?

Slide 18 - Question ouverte

Welke boodschap over opvoeden hebben zowel bron 5 als bron 7?

Slide 19 - Question ouverte

Noem één tip voor ouders die wel te vinden is in bron 5 maar niet in bron 7.

Slide 20 - Question ouverte

Wat vond je van het maken van een tekst met vragen op deze manier?

Slide 21 - Carte mentale

Lesafsluiting

Slide 22 - Diapositive