Hoofdstuk 2 eindquiz

Oefenles Proefwerk Hoofdst. 2
Keuze:
  • Via Magister/ELO/Leermiddelen naar Pincode. Er staan taken voor je klaar. Kies er drie uit
  • Zelf Samenvatting maken
  • Daag je zelf uit: maak de examenopgaven.
  • Kom bi bij een paar opgaven halen
  • Rode tafel is instructietafel voor uitleg
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Oefenles Proefwerk Hoofdst. 2
Keuze:
  • Via Magister/ELO/Leermiddelen naar Pincode. Er staan taken voor je klaar. Kies er drie uit
  • Zelf Samenvatting maken
  • Daag je zelf uit: maak de examenopgaven.
  • Kom bi bij een paar opgaven halen
  • Rode tafel is instructietafel voor uitleg

Slide 1 - Diapositive

De grote  
hoofdstuk 2 quizzzzzzz






7 rondes

Slide 2 - Diapositive

Elk team heeft  
2 Laptops, 2 rekenmachines , 4 pennen  en maximaal 1 telefoons op tafel

Slide 3 - Diapositive

Ronde 1

Slide 4 - Diapositive

Bekijk eerst het filmpje en beantwoord dan de vragen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Hoe kan dit: geld sparen kost geld
A
De leenrente is hoger dan de spaarrente
B
De spaarrente is hoger dan de inflatie
C
de inflatie is hoger dan de leenrente
D
de inflatie is hoger dan de spaarrente

Slide 7 - Quiz

Wat zijn in Nederland de wettige betaalmiddelen?
A
Pinnen, creditcards en Euro's
B
Pinnen, contactloos en Euro's
C
Alleen Euro's
D
Euro's, pinnen, creditcards en contactloos

Slide 8 - Quiz

De nieuwe Nike's bij RunX sportwinkel zijn iets duurder dan de Asics. Ik twijfel nog. Hoe gebruik ik het geld?
A
als rekenmiddel
B
als betaalmiddel
C
als ruilmiddel
D
als spaarmiddel

Slide 9 - Quiz

Je hebt € 1000, - op je spaarrekening staan. De rente is 1,5 %. de inflatie is 2 % . Hoeveel geld heb je na een jaar op je rekening staan?
(antwoord zonder € teken)
timer
1:00

Slide 10 - Question ouverte

Ronde 2

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Als de rente wordt verlaagd dan:
A
Sparen de mensen meer
B
lenen de mensen meer
C
wordt het geld minder waard
D
wordt het geld meer waard

Slide 13 - Quiz

Wie bepaalt de hoogte van de rente?
A
De Nederlandsche bank
B
De Europese Centrale bank
C
vraag en aanbod van geld
D
de Nederlandse Overheid

Slide 14 - Quiz

Ronde 3

Slide 15 - Diapositive

Wat zijn de kredietkosten bij Lease van de scooter?
timer
1:00

Slide 16 - Question ouverte

Hoeveel kredietkosten betaal je bij de Rabobank?
timer
1:00

Slide 17 - Question ouverte

Hoeveel maanden moet je sparen?

timer
1:00

Slide 18 - Question ouverte

Ronde 4

Slide 19 - Diapositive

Jesse heeft €17.000 op een spaarrekening staan. De rente is 2.1%. Bereken hoeveel rente hij na drie jaar heeft als je rekent met samengestelde rente
(antwoord zonder € teken)

timer
1:00

Slide 20 - Question ouverte

Zoek zoveel mogelijk liedjes op met het woord save save in de titel.
Noem artiest én nummer
timer
4:00

Slide 21 - Question ouverte

Ronde 5

Slide 22 - Diapositive

Wie zijn de twee rijkste mensen ter wereld in 2020
en wat is hun vermogen samen in Euro's
. (alleen de achternaam intikken hier. Het bedrag komt bij de volgende vraag
timer
4:00

Slide 23 - Question ouverte

Hoeveel hebben dze twee mensen samen in miljarden euro's? (1 cijfer achter de komma, geen euroteken)

Slide 24 - Question ouverte

de 2 rijkste mensen ter wereld bezitten net zo veel als de 2,6 miljard armsten! Samen hebben zij 233,3 miljard Euro.
Hoeveel hebben die armsten dan per persoon? Afronden op hele Euro's!(afronden op hele Euro's (antwoord zonder € )
timer
1:00

Slide 25 - Question ouverte

Ronde 6

Slide 26 - Diapositive

Uit welk landen komen deze biljetten en hoe de heet munteenheid van dat land? Schrijf de naam van het land en de munteenheid op. Bijvoorbeeld Amerikaanse dollar

Slide 27 - Question ouverte

Ronde 7

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Lien

Slide 30 - Lien

Bij wie kun je terecht voor informatie en tips over budgetteren?
A
Consumentenbond
B
ANWB
C
De bank
D
het Nibud

Slide 31 - Quiz

Wat verdient een 16 jarige jongen gemiddeld per uur met kranten bezorgen?
A
€ 4,-
B
€ 5,-
C
€ 6,-
D
€ 7,-

Slide 32 - Quiz

Hoeveel zakgeld is, volgens het Nibud normaal voor een 16 jarige?
A
tussen 10 en 15 euro per maand
B
tussen 15 en 20 euro per maand
C
tussen 20 en 25 euro per maand
D
tussen 25 en 30 euro per maand

Slide 33 - Quiz