Na Klar Kap 4 les 3

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Herzlich wilkommen

Herzlich wilkommen

Les 3

Lernziel: 

Je kan het bezittelijk voornaamwoord meervoud gebruiken.

Inhalt:

Hoe nu de lessen?

bezittelijke voornaamwoorden mv

zelfstandig werken

Hoe gaan de lessen nu?

Op school:

* Aantekeningenschrift, werkboek en tekstboek altijd meenemen.

* Maakwerk tijdens de les in je werkboek/online omgeving maken.

* Mijn doel: nog nakijken tijdens de les. 

Hoe gaan de lessen nu?

Thuis online:

* Inloggen in teams. Start is gezamenlijk en ik geef aan wat de bedoeling is.

* Is er een grammatica-uitleg dan zal ik de les daarmee beginnen, zodat je online ook de uitleg mee kan volgen.

* In magister komt de link naar de LessonUp te staan, die je zelf gaat maken.  Indien aan het eind van het lesuur je naam NIET in LessonUp staat en de opdrachten in de LessonUp niet gemaakt zijn, wordt je absent gezet.

* De opdrachten/het huiswerk maak je in de online omgeving en kijk je na in Na Klar.

Belangrijk!

Vragen terwijl je online je lesson up/opdrachten doet? chat via teams. 

Ik kan niet altijd direct reageren, want ik heb de halve klas voor me en zal niet altijd achter mijn computer zitten, maar antwoord krijg je zo snel mogelijk.

Hoe vind je het dat je vandaag EINDELIJK weer naar school mag?

Je hebt je repetitie doorgenomen. Waar moet jij nog extra aandacht aan besteden?

Hoe ga jij leren voor de repetitie in de repetitieweek?

Stof toetsweek

Noteer in je agenda!!!

Kap 3: alle gram + redemittel + lernbox 1 t/m 6

Kap 4: woordjes lernbox 1 t/m 4 + Gram + aantekeningen bezittelijk voornaamwoord meervoud

Bezittelijk voornaamwoord

ik	jij	hij	zij	het
ich	du	er	sie	es
mein(e)	dein(e)	sein(e)	ihr(e)	sein(e)
mijn	jouw	zijn	haar	zijn

Bezittelijk voornaamwoord

NOTEER IN AANTEKENINGENSCHRIFT, STAAT NIET IN BOEK

wij	jullie	zij	u
wir	ihr	sie	sie
unser(e)	euer/eure	ihr(e)	Ihr(e)
onze/ons	jullie	hun	uw

der Sport - (mijn) Sport

1. iche
2. meine
3. mein
4. sein

die Mutter - (jullie) Mutter

1. ihre
2. ihr
3. euer
4. eure

das Fahrrad - (zijn) Fahrrad

1. sein
2. dein
3. deine
4. seine

der Sohn - (haar) Sohn

1. ihr
2. sein
3. seine
4. ihre

Lernbox 3  (TB S 77) lesen

Gespräch (TB S66)

Aufgabe 30 (AB S80 / 4.3 Online Na Klar)

Zelfstandig aan de slag

Iedereen gaat zelfstandig aan de slag met de online opdrachten 26, 27, 28A. 

Opdr 26+27: woordenschat

Opdr  28A: Vul de juiste bezittelijk voornaamwoorden + juiste woorden uit lernbox 3 in

Hausaufgaben

1. Indien niet af tijdens deze les: maken opdr 26 t/m 28 in Online Na Klar omgeving.

2. Leren: lernbox 1 + 2 + 3 Gram A(TB S76+77)

das Hobby - (onze) Hobby

1. eure
2. unser
3. unsere
4. euer