HFF 8.3 Suriname

Dekolonisatie van Suriname
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Dekolonisatie van Suriname

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe de dekolonisatie van Suriname verliep.
  • Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat de gevolgen van de dekolonisatie voor Suriname en Nederland waren.

Slide 2 - Diapositive

Suriname en Nederland

Vanaf 1667 was Suriname een kolonie van Nederland

Slide 3 - Diapositive

Wat deed Nederland met haar kolonie Suriname?
A
Specerijen verhandelen
B
Slaven ophalen
C
Afrikaanse slaven laten werken op plantages
D
Olie uit de grond halen

Slide 4 - Quiz

De suikerplantages van Suriname
  • Deze slaven uit Afrika werden aangevoerd door middel van de trans- Atlantische slavenhandel (driehoekshandel).
  • Suriname werd veroverd op de Engelsen door Zeeuwen en Hollanders. 
  • De Staten- Generaal zorgden voor soldaten die de belangen van de plantagehouders verdedigden.

Slide 5 - Diapositive

Suriname
  • Voorbeeld van vreedzame dekolonisatie. (geen geweld zoals bij Indonesië)
  • 1954: Nederland stond de macht af aan Suriname
  • 1975: Suriname werd onafhankelijk. 

Slide 6 - Diapositive

1948: Begin rondetafelgesprekken met Suriname > Suriname niet klaar voor volledige onafhankelijkheid.
1954: Akkoord NL en Suriname:
Autonomie voor Suriname binnen koninkrijk, blijft deel van Nederland.
  Suriname kort na WO II

Slide 7 - Diapositive

Het Statuut
- 1948  de onderhandelingen met Suriname en de 
Nederlandse Antillen. 
- 15 dec. 1954 Het 'Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden', voltooid ofwel kortweg het Statuut. 

Slide 8 - Diapositive

Suriname wil onafhankelijk worden

In 1974 vraagt premier van Suriname om onafhankelijkheid
Nederland stemt meteen in 

Slide 9 - Diapositive

1975
 "het eigenlijk niet meer kon om nog kolonies te hebben". Met ingang van 1975 werden Nederland en de Nederlandse Antillen afzonderlijke landen binnen het koninkrijk.

Slide 10 - Diapositive

1975: Suriname onafhankelijk

Slide 11 - Diapositive

Wat is het grote verschil tussen de onafhankelijkheid van Suriname en de onafhankelijkheid van Indonesië?

Slide 12 - Question ouverte

Dekolonisatie Suriname
  • Geen strijd om de onafhankelijkheid van Suriname.
  • De onafhankelijkheid van Suriname is een voorbeeld van vreedzame dekolonisatie.

Slide 13 - Diapositive

Onafhankelijk Suriname
-De verschillende bevolkingsgroepen worden het moeilijk met elkaar eens.
-Suriname wordt een onstabiel land.
-Legerleider Desi Bouterse maakt hier gebruik van. 

Slide 14 - Diapositive

Wordt het een stabiel land? 
-Maroon: afstammelingen van gevluchte Afrikaanse slaven
-Hindoestanen: afstammelingen van contractarbeiders uit Brits-India
-Creolen: van gemengd Afrikaans-Europese afkomst

Slide 15 - Diapositive

Wat is een staatsgreep?
A
Poging om de macht over te nemen, oude regering wordt met geweld weggejaagd
B
Onafhankelijk verklaren van je land
C
Opstappen van de huidige regering
D
De relatie tussen de koning en de regeringsleider

Slide 16 - Quiz

De Sergeantencoup
De staatsgreep in Suriname die Desi Bouterse en Roy Horb met 14 collega-sergeanten, de "Groep van 16" genoemd, pleegden op 25 februari 1980.

Slide 17 - Diapositive

De Decembermoorden
Op 8 en 9 december 1982 werden vijftien tegenstanders van het militaire regime van Desi Bouterse  vermoord. 
In Suriname en bij de Surinamers in Nederland heeft deze gebeurtenis diepe sporen achtergelaten. 

De Nederlandse regering bevroor als reactie alle ontwikkelingshulp aan Suriname.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Suriname
  • Surinamers kregen na de onafhankelijkheid de mogelijkheid om naar Nederland te komen.
  • Veel Surinamers deden dat ook. Ze hoopten hier op een betere toekomst
  • Ook na de Decembermoorden gingen veel Surinamers naar Nederland
  • Er leven zo'n  350.000 Surinamers in Nederland

Slide 20 - Diapositive

In welk jaar werd Suriname onafhankelijk?
A
1875
B
1975
C
1985
D
1885

Slide 21 - Quiz