BKM1A les 2

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 2

HERZLICH WILKOMMEN

BKM 1A

Week 38

Vakles

woensdag 18 september 2e uur

Liebe Leute, das Programm für heute

• Seid ihr alle da? 
• Lernziele
• Ik weet hoe ik de letter U uit moet spreken
• Kapitel 1 A Sehen
• Grammatik
• Wie kann ich Deutsch lernen?

LERNZIELE

• Ik weet hoe ik de letter u moet uitspreken in het Duits
• Ik kan een Duitse reportage begrijpen
• Ik snap de grammatica van het werkwoord "sein"
• Ik weet hoe ik de grammatica kan leren

Bladzijde 16                     A Sehen

1. Unterwegs in Hannover

    a. Wat doe je het liefst in je vrije tijd?

        - Wat staat er naast de foto? 

        - Lees de vragen bij 1b. goed door

BUCH: Seite 31 (gtl) of 32 (bk)

Persoonlijk voornaamwoord + werkwoord "sein" 

ich	bin
du	bist
er/sie/es	ist
wir	sind
ihr	seid
sie/Sie	sind

sein

ik	ben
jij	bent
hij/zij/het	is
wij	zijn
jullie	zijn
zij/u	zijn/bent

zijn

Vertaal naar het Duits:

ik ben

Vertaal naar het Duits:

jij bent

Vertaal naar het Duits:

Kim is

Vertaal naar het Duits:

wij zijn

Vertaal naar het Duits:
jullie zijn

Vertaal naar het Duits
zij zijn (-> meervoud bijv. "Fritz en Kim" of "de kinderen"

Vertaal naar het Duits

u bent
(denk aan de hoofdletter!!!!)

Hoe leer ik grammatica?

VERSCHILLENDE manieren

- schrijven of typen (bijv. online boek of StudyGo of Quizlet

- losse woordjes (ik = ich)

- een schema invullen

- door het liedje te leren (wel zorgen dat je het ook kunt schrijven)

- door blokjes te leren (wij zijn = wir sind)

Hoe kan ik de woordjes leren

VERSCHILLENDE manieren

- leer altijd in "blokjes" van 5 à 10 woordjes

- leer niet langer dan een half uur, neem dan even pauze

- woordjes vaak opschrijven, daarna de hand op de vertaling

    en moeilijke woordjes herhalen

- woordjes vaak typen (bijv. SlimStampen of StudyGo of Quizlet)

- 

ONLINE: geplande taak week 38

vmbo-bk leerlingen                                                       vmbo-kgt leerlingen

Maken: A Sehen, opdracht 1c, 2+3                          Maken: A Sehen opdracht 1c, 2 + 3

                   B Wortschatz, opdracht 4 t/m 7                            B Wortschatz, opdracht 4 t/m 9

                   (zie de woordjes N-D op blz. 30)                            (zie de woordjes N-D op blz. 30)

Leren blz. 30                                                                      Leren blz. 30

                   woordjes N-D t/m "waar - wo"                                woordjes N-D t/m "waar - wo"

                   woordjes D-N A Sehen                                                woordjes D-N A Sehen

TIPS:

- Houd je "papieren boek" bij het online-maken de opdrachten

- Je  hebt soms info nodig, bijv. Lernlisten of Arbeitsanweisungen

- Je kunt ook slim-stampen in het online-boek!

Ik snap de grammatica van het werkwoord "sein" in het Duits

😒🙁😐🙂😃

Ik begreep een reportage in het Duits

😒🙁😐🙂😃

Ik weet hoe ik Duitse woordjes kan leren

😒🙁😐🙂😃

Check rommel rond je tafel

Blijf op je plaats tot de bel gaat

Schuif je stoel aan

Danke schön ! Bis später!

Bis Später!

HEEEEEL BELANGRIJK:

U = OE

let maar op:

Vertaal naar het Nederlands:

Kuh

Vertaal naar het Nederlands:

Mutter

Vertaal naar het Nederlands:

besuchen

Vertaal naar het Nederlands:

Bruder

Dus...

Frau V

of

Mevrouw Verholen

NEUE KONTAKTE

- Kapitel = 

- Blokken, staan bovenaan de bladzijden:

   A Sehen

   B Wortschatz

   C Lesen

   D Grammatik  

   ..... 

- Lernübersicht

Seite 11, Aufgaben 1

- In welke 3 landen wordt voornamelijk Duits gesproken?

- Welke gerechten uit die landen ken je?

- Welke bezienswaardigheden, merken, beroemdheden ken je?

Welke Duitse woorden ken je?