Hoofd- en deelvragen maken

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1-4

Hoofd- en deelvragen

Hoe stel je goede vragen op?

• Hoofdvraag

• Deelvragen

Woordspin maken

• Doel: onderwerp splitsen in deelonderwerpen 
• Waarom: het bedenken van een hoofdvraag en deelvragen
• Want: je hoofdvraag moet niet te groot worden 

Woordspin: roept vragen op

Hoe komt het dat..

Wat is het gevolg van..

Wat gebeurt er als..

Hoe verklaar je..

Wat is een verschil tussen..

Wat is een overeenkomst tussen..

Bronnen

Heb je voldoende bronnen / actueel / relevant / betrouwbaar?

Let op!

• Je hoofdvraag mag niet uit meerdere vragen bestaan.
• Je hoofdvraag moet duidelijk zijn en maar op één manier uit te leggen zijn.
  

Hoofdvraag: inzichtsvraag

Een goede hoofdvraag is altijd een inzichts-vraag. 

Een hoofdvraag begint vaak met: hoe / welk(e) / waarom / waardoor.

Bijvoorbeeld:

• Hoe komt het dat..
  
• Welke invloed heeft ...
  

Inzichtsvraag, wat is dat?

Inzichtvragen zijn vragen die beginnen met:

1. Hoe komt het dat..

2. Wat is het gevolg van ...

3. Wat is de oorzaak van ..

4. Wat gebeurt er als...

5. Hoe verklaar je ...

6. Wat is het verschil tussen ..

7. Wat is een overeenkomst tussen....

Voorbeeld (1):

Onderwerp: orkanen -----> woordspin

Hoofdvraag: Hoe komt het dat er door orkanen zoveel ravage ontstaat?

Deelvragen: 

1. Wat is een orkaan?
2. Hoe ontstaat een orkaan?
3. Wat zijn de gevolgen van een orkaan?

Voorbeeld (2):

Onderwerp: energieprijzen -----> woordspin

Hoofdvraag: Hoe komt het dat de energieprijzen zo snel stijgen?

Deelvragen: 

1. Van welke energiebronnen stijgt de energie?
2. Waar komt deze energie vandaan?
3. Wat is een mogelijk oorzaak van de stijgende prijzen?
4. Wanneer stijgen energieprijzen?
5. Wat zijn de gevolgen van de stijgende energieprijzen?

Deelvragen

• Je deelt een hoofdvraag op in een aantal deelvragen.
• Deelvragen helpen je om je hoofdvraag te beantwoorden.
• Goede deelvragen zijn open vragen. Dus geen ja/nee-vragen.
• 1 vraag (niet: en / of)... dan opknippen!
• De deelvragen moeten aansluiten bij de hoofdvraag.
• Als het niet aansluit, geven de deelvragen geen antwoord op de hoofdvraag.
• Logische volgorde, welke vraag eerst? Beschrijvend (wat zijn?) / verklarend (hoe komt het dat?).
• Deelvragen beginnen vaak met; wie, wat, waar, wanneer.
• Verdeel de deelvragen in je duo.

Deelvragen

• Deelvragen gaan dus in over elementen uit de hoofdvraag!

Voorbeeld (3):

Onderwerp: Stakingen openbaar vervoer -----> woordspin

Hoofdvraag: Waarom wordt er op dit moment zoveel gestaakt in het openbaar vervoer?

Deelvragen: 

1. Wat is het openbaar vervoer?
2. Wat is een staking?
3. Wie staken er?
4. Waarom wordt er gestaakt?

Vragen?

Succes met je PWS!