De oorsprong van onze taal

Het Indo-Europees
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
StudievaardighedenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het Indo-Europees

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Aan het eind van de les weet je wat de oorsprong is van de Europese moderne vreemde talen en weet je dat talen veranderen.

Slide 2 - Diapositive

Het belangrijkste om je moedertaal goed te leren is ...
A
taalinput op jonge leeftijd
B
intelligentie
C
talenknobbel
D
verbeterd worden

Slide 3 - Quiz

Waar komt onze moedertaal vandaan?


Slide 4 - Diapositive

Waar komt de Nederlandse taal uit voort?
A
Indo-Europees
B
West Germaans
C
Noord Germaans
D
Germaans

Slide 5 - Quiz

Bekijk de lijst goed

Slide 6 - Diapositive

Het Perzisch en Nederlands lijken op elkaar. Is dit toeval?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

De Indo- Europese connectie
.

Slide 8 - Diapositive

Lees de tekst tot het kaartje

Slide 9 - Diapositive

Het Engels, Duits en Nederlands zijn....
A
steeds meer op elkaar gaan lijken
B
steeds meer van elkaar gaan verschillen

Slide 10 - Quiz

Onze oertaal heet Indo-Europees,
waar staat het Indo voor?
A
indo staat voor Indonesisch
B
indo staat voor de indiase talen zoals sanskriet
C
indo staat voor indianentalen
D
indo staat voor India.

Slide 11 - Quiz

het woordje "proto" staat voor ...
A
geschreven taal
B
gesproken taal
C
gereconstrueerde taal
D
vertaling

Slide 12 - Quiz

Het proto-indo europees werd waarschijnlijk gesproken in ...
A
Italië
B
India
C
Oekraïne
D
Duitsland

Slide 13 - Quiz

Het nomadische (=rondtrekkende) steppe-volk dat indo-europees sprak, leefde ongeveer rond ...
A
6000 voor Christus
B
400 na Christus
C
400 voor Christus
D
3500 voor Christus

Slide 14 - Quiz

Hoe kon onze oertaal zich zo ver verspreiden?
A
Door de landbouw verspreidde de taal zich.
B
Doordat de beschaving al ver ontwikkeld was op de steppen.
C
Doordat de nomaden verjaagd werden en overal heen vluchtten.
D
Doordat de nomaden al paarden bereden, konden ze verder reizen.

Slide 15 - Quiz

Welke taal stamt niet af van het indo-europees?
A
Baskisch
B
Fins
C
Ests
D
Litouws

Slide 16 - Quiz

Waarom zijn het Baskisch, Fins, Ests en het Sami niet verdrongen door het Indo-Europees?
A
Ze werden gesproken in onherbergzame uithoeken
B
dit waren belangrijke handelstalen
C
deze talen hadden veel sprekers
D
deze talen waren makkelijker dan de indo-europese talen.

Slide 17 - Quiz

De stamboom van de Indo-Europese talen.
Bekijk deze stamboom goed (5 min)

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Welke Germaanse taal is het meest verwant met het Engels?
A
Deens
B
Fries
C
Duits
D
Nederlands

Slide 20 - Quiz

Het Uralisch (uralic)
A
Is een tak van het Indo-europees
B
Heeft een eigen stamboom

Slide 21 - Quiz

Het Roemeens is het meest verwant aan ...
A
Spaans
B
Grieks
C
Litouws
D
Pools

Slide 22 - Quiz

Het Bretons (een taal die in Bretagne wordt gesproken) is een ....
A
Keltische taal
B
Romaanse taal

Slide 23 - Quiz

Welke talen stammen af van het Proto-indo-europees?
A
Hindi, Perzisch, Grieks, Spaans
B
Perzisch, Russisch, Spaans, Zweeds
C
Hindi, Iraans, Italiaans, Keltisch, Anatolisch
D
Bengaals, Armeens, Roemeens, Duits

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo

Hoeveel mensen spreken een Indo-Europese taal?
A
ong 30%
B
ong 40%
C
ong 45%
D
ong 35%

Slide 26 - Quiz

Hoe komt het (denken we) dat het Indo-Europees vanuit
de steppen van Oekraïne is verspreid?
A
Door de landbouw verspreidde de taal zich.
B
Doordat de beschaving al ver ontwikkeld was op de steppen.
C
Doordat de nomaden verjaagd werden en overal heen vluchtten
D
Doordat de nomaden al paarden bereden, konden ze verder reizen.

Slide 27 - Quiz

Welke andere theorie bestaat er over de verspreiding van de Indo-Europese talen?

Slide 28 - Question ouverte

Taal verandert
Taal verandert voortdurend. Er komen woorden bij en er worden woorden niet meer gebruikt. De woorden die erbij komen, komen vaak uit andere talen, de leenwoorden. In de Indo-Europese talen zijn veel leenwoorden uit andere Indo-Europese talen terug te vinden.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo