Nederlands luisteren Leef! André Hazes

Luisteren Nederlands
Jullie gaan luisteren naar het liedje Leef! van André Hazes. 
Jullie gaan vragen beantwoorden over het liedje.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Luisteren Nederlands
Jullie gaan luisteren naar het liedje Leef! van André Hazes. 
Jullie gaan vragen beantwoorden over het liedje.

Slide 1 - Diapositive

Wat is de sfeer van het liedje?
Het is een vrolijk liedje
Het liedje is eerst serieus en later vrolijk
Het is een serieus liedje
Het liedje is eerst vrolijk en later serieus

Slide 2 - Sondage

Slide 3 - Vidéo

Voordat je de tweede keer gaat luisteren: 
lees eerst de vragen over het eerste couplet


Wat is een kroeg?
Wat is er met de oude man aan de hand?



Slide 4 - Diapositive

7

Slide 5 - Vidéo

00:43
2. De zanger ziet een oude man aan de bar. Wat is er met de oude man aan de hand?
A
Hij gaat over een paar dagen trouwen
B
Hij is ziek en gaat snel dood
C
Hij wil graag een liedje zingen
D
niks

Slide 6 - Quiz

01:24
Dit zijn de vragen bij het tweede couplet:

3. Wat betekent: hij heeft geld als water verdiend?
4. Wat heeft de oude man gedaan in zijn leven?
5. Heeft de oude man een gelukkig leven gehad?


Slide 7 - Diapositive

01:49
5. Heeft de oude man een gelukkig leven gehad?
A
Ja, hij heeft veel geld verdiend.
B
Nee, hij heeft wel veel geld verdiend, maar zijn vrouw is weg en hij heeft veel gehuild.
C
Ja, hij heeft leuk werk gehad.
D
nee, hij heeft niet veel geld verdiend.

Slide 8 - Quiz

03:51
Wat is de hoofdgedachte van dit liedje?
A
Oude mensen gaan dood
B
Er is geen hoofdgedachte
C
Het leven is een feest
D
Je moet vandaag genieten van je leven. Je weet nooit wat er morgen gaat gebeuren.

Slide 9 - Quiz

01:49
4. Wat heeft de oude man gedaan in zijn leven?
A
Hij heeft veel gewerkt en veel geld verdiend
B
Hij heeft veel plezier gemaakt.
C
Hij is vaak getrouwd
D
Hij heeft veel in de kroeg gezeten

Slide 10 - Quiz

01:49
3. Wat betekent: Hij heeft geld verdiend als water?
A
Hij heeft veel water gedronken
B
Hij heeft heel veel geld verdiend
C
Water is duur
D
Hij heeft veel geld uitgegeven

Slide 11 - Quiz

00:43
Vraag 1
Wat is een kroeg?
A
een bar
B
een restaurant
C
een huiskamer
D
een coffeeshop

Slide 12 - Quiz

Wat vind je van het liedje?
🙂
😐
🙁

Slide 13 - Sondage

Goed gewerkt, zijn er nog vragen?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive