Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Welke uitspraak is goed?
A
De nulmeridiaan verdeelt de aarde in een oostelijk en een noordelijk halfrond.
B
Nederland ligt op noorderbreedte en westerlengte.
C
Gebieden rondom de evenaar liggen op hoge breedte.
D
Iran heeft meer reliëf dan Nederland
Slide 3 - Quiz
Iran ligt op Noorderbreedte en Oosterlengte
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Wat is de hoofdstad van Iran?
A
Tabriz
B
Mashad
C
Teheran
D
Qom
Slide 5 - Quiz
Als een plaats op het noordelijk halfrond ligt dan ligt deze plaats op noorderbreedte. Als een plaats op het zuidelijk halfrond ligt dan ligt deze plaats op zuiderbreedte. Ligt Iran op noorderbreedte of zuiderbreedte?
A
Noorderbreedte
B
Zuiderbreedte
Slide 6 - Quiz
Op welk schaalniveau is Iran zichtbaar op de kaart hiernaast?
A
Regionale schaal
B
Nationale schaal
C
Continentale schaal
D
Mondiale schaal
Slide 7 - Quiz
Op welk schaalniveau is deze kaart over Iran?
A
Lokale schaal
B
Regionale schaal
C
Nationale schaal
D
Mondiale schaal
Slide 8 - Quiz
Welke coördinaten horen bij punt B?
A
20º ZB, 40º OL
B
40º ZB, 20º WL
C
40º NB, 20º WL
D
20º ZB, 40º WL
Slide 9 - Quiz
Rekenen met schaal. Van CM naar KM: hoeveel nullen mag je wegstrepen?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 10 - Quiz
Wat is het grootste getal dat een coördinaat kan zijn?
A
90°NB 180°OL
B
100°NB 200°OL
C
180°NB 360°OL
D
180°NB 90°OL
Slide 11 - Quiz
P4 Bronnen: ligging van Teheran
In welk landschap ligt Teheran eigenlijk? En wat zijn de afstanden naar andere steden in Iran?
In deze paragraaf vind je de antwoorden op die vragen.
Leerdoel: Welke soorten afstanden zijn er in de aardrijkskunde?
Eerst samen lezen: blz 14 leerboek
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Wat betekent hoogteligging?
A
De hoogte van een gebied in meters boven zeeniveau
B
Gebied met bergen hoger dan 1500 meter
C
Plantengroei op een bepaalde hoogte
D
Weet ik niet: ik heb hoogtevrees!
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
Hooggebergte
Middelgebergte
Heuvelland
500-1500m
>1500m
250-500m
Slide 17 - Question de remorquage
Middelgebergte
Hooggebergte
Laagland
Heuvelland
Slide 18 - Question de remorquage
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
De absolute afstand is
A
De afstand in 1 rechte lijn
B
De afstand over de weg
C
De afstand voor je gevoel
D
De afstand in tijd
Slide 23 - Quiz
De absolute afstand:
A
Kan veranderen
B
Is voor iedereen anders
C
Verandert nooit
D
Verandert per vervoermiddel
Slide 24 - Quiz
Absolute Afstand
Relatieve Afstand
Afstand in één rechte lijn
Afstand op basis van reistijd
Slide 25 - Question de remorquage
De absolute afstand wordt aangegeven met
A
de rode pijl
B
de zwarte pijl
Slide 26 - Quiz
Bij AK gebruiken we twee soorten afstand: absolute afstand en relatieve afstand. Absolute afstand is afstand in ......... . Op een kaart is dit altijd ............. Absolute afstand ........... Relatieve afstand is afstand in ........... . Relatiev afstand kan dus .......... .
Kilometer
Hemelsbreed
Blijft altijd gelijk
Tijd
Veranderen
Slide 27 - Question de remorquage
Succescriteria
Je weet hoe je met het Basisboek werkt.
Je weet wat het verschil is tussen de absolute en de relatieve afstand.
Je weet waardoor de relatieve afstand kan veranderen.
Je weet hoe je de absolute en de relatieve afstand kunt meten.
Je weet waardoor de relatieve afstand kan toenemen of afnemen.
Je weet welke verschillende reliëfvormen er zijn.
Je weet wat de hoogten zijn van de verschillende reliëfvormen.
Slide 28 - Diapositive
Begrippen
Hoogteligging: De ligging van een gebied in meters onder of boven zeeniveau.
Absolute afstand: De afstand die je meet langs een rechte lijn (hemelsbreed).
Relatieve afstand: De afstand die je meet in reistijd.