Ostern

Ostern
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Ostern

Slide 1 - Diapositive

Hoe noemen we (in het Nederlands) de verschillende dagen rondom Pasen?

Slide 2 - Question ouverte

Ostern
Welche Wörter kennst du auf Deutsch?

Slide 3 - Carte mentale

Lies den Text der nächsten Website und beantworte die Fragen auf Niederländisch!

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Was feiern Christen am Palmsonntag?

Slide 6 - Question ouverte

Warum heißt "Goede Vrijdag" auf Deutsch Karfreitag?

Slide 7 - Question ouverte

Was ist ein "Osterfeuer"?

Slide 8 - Question ouverte

Bekijk het filmpje met de volgende link over "Gründonnerstag". 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

In het filmpje worden meerdere verklaringen voor de naam "Gründonnerstag" gegeven.
Welke verklaring geloof jij? Leg deze verklaring uit.

Slide 11 - Question ouverte

Welke tradities ken jij rondom Pasen?

Slide 12 - Carte mentale

Herhaling: Hoe heet "eerste Paasdag" in het Duits?

Slide 13 - Question ouverte

Herhaling: Hoe heet "Witte donderdag" in het Duits?

Slide 14 - Question ouverte

Herhaling: Hoe heet "Goede vrijdag" in het Duits?

Slide 15 - Question ouverte

Bekijk het volgende filmpje over de fanatiekste en gekste "Osterfans" (paasfans) van Duitsland!

Slide 16 - Diapositive

17

Slide 17 - Vidéo

00:42
In welke deelstaat woont de eerste ‘paasfanaat’?
A
In Lübeck
B
In Saarfeld
C
In Tühringen

Slide 18 - Quiz

00:53
Hoeveel eieren hangen er in de boom?

Slide 19 - Question ouverte

01:16
Wanneer is Volker Kraft begonnen met het ophangen van de eieren?
A
1917
B
1970
C
1997

Slide 20 - Quiz

01:19
In wat voor soort boom worden de eieren opgehangen?
A
In een appelboom
B
In een kersenboom
C
In een perenboom

Slide 21 - Quiz

02:31

„Dieser fehlen noch am Baum und jedes ist anders, ob ___, ___ oder ___“
In welke volgorde worden de volgende woorden genoemd?

A
umhäkelt, beklebt, bemalt
B
bemalt, umhäkelt, beklebt
C
bemalt, beklebt, umhäkelt

Slide 22 - Quiz

03:02
Hoelang duurt het in totaal om het ei met de kraaltjes te maken?

Slide 23 - Question ouverte

03:24
Hoeveel eieren zijn er tijdens een paasstorm gesneuveld?
A
150
B
500
C
1500

Slide 24 - Quiz

03:53
Het hoeveelste ei hangt de presentator op?

Slide 25 - Question ouverte

04:14
Uit welk land is er afgelopen jaar een familie gekomen om de boom te bezichtigen?

Slide 26 - Question ouverte

05:11
Sinds hoeveel jaar wordt er in de Konditorei de duurste chocoladepaashaas verkocht?

Slide 27 - Question ouverte

05:15
Hoeveel kost deze chocoladepaashaas?

Slide 28 - Question ouverte

05:30
Hoeveel smaken zijn er?

Slide 29 - Question ouverte

06:29
Waarom wordt het vullen van de mal 3 tot 4 keer herhaald?
A
Zodat hij lekker knapperig is
B
Zodat hij een mooie vorm krijgt
C
Zodat hij sterk en dik genoeg is

Slide 30 - Quiz

06:49
Sinds 1900 is de haas het symbool van Pasen, daarvoor waren het andere dieren. In welke volgorde worden onderstaande dieren genoemd?
A
Hahn, Storch, Fuchs
B
Fuchs, Hahn, Storch
C
Fuchs, Storch, Hahn

Slide 31 - Quiz

07:12
Hoelang duurt het voordat een chocoladepaashaas belegd is met bladgoud?

Slide 32 - Question ouverte

07:34
Hoeveel van die paashazen verkoopt men in de Konditorei?

Slide 33 - Question ouverte

07:49
Hoeveel chocoladepaashazen produceren fabrieken voor Pasen?

Slide 34 - Question ouverte

Frohe Ostern

Slide 35 - Diapositive