Oefentoets 1.1. en 1.2.

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welk begrip past bij de volgende uitspraak: "In deze periode werd de wet van vraag en aanbod geïntroduceerd?

1. Handelskolonialisme
2. Koude Oorlog
3. Vrijemarkteconomie
4. Industrieel kolonialisme

Welk nadeel hebben lage importheffingen voor de lokale bedrijven in de Filipijnen?

1. dat ze niet veel geld verdienen
2. ze kunnen niet meer concurreren met buitenlandse bedrijven
3. Dat het interessant wordt om dingen te kopen in het buitenland. (importeren)
4. Buitenlandse bedrijven doen het meestal beter dan lokale bedrijven

Wat is een oorzaak van Global Shift?

1. Opdeling productieketen
2. Goedkoper transport
3. Lage lonen
4. Alle drie de antwoorden zijn juist

Veel MNO's verplaatsen delen van hun activiteiten naar BRICS-landen. Om welke twee redenen doen ze dat?

1. Meer werkgelegenheid en meer productie.
2. Meer productie en lage lonen.
3. Lage lonen en een extra afzetmarkt
4. Een extra afzetmarkt en meer werkgelegenheid.

Hoe ontstaat economische groei?

1. Door globalisering
2. Door toename van productie
3. Door industrieel kolonialisme
4. Door EPZ's (Export Productie Zones)

Wat hoort er bij de periode 1500-1800?

1. Handelskolonialisme
2. Exploitatiekolonie
3. Dekolonisatie
4. Industrieel kolonialisme

Welk begrip wordt omschreven:
Landen die na 2000 een snelle economische groei doormaken.

1. WTO
2. Industrieel kolonialisme
3. Triade
4. BRICS-landen

Welke periode in de wereldhandel wordt hier afgebeeld?

1. Industrieel kolonialisme
2. Dekolonisatie net na W.O. 2
3. Koude Oorlog
4. Vrijhandel

Zet in de juiste volgorde van vroeger naar nu.

1. Vrijhandel, 2. handels-kolonialisme,
3 dekolonisatie, 4. industrieel kolonialisme

1. 1, 2, 3, 4
2. 2, 4, 1, 3
3. 2, 4, 3, 1
4. 4, 2, 3, 1

Handelskolonialisme 1500-1800

Industrieel kolonialisme 1800-1950

Dekolonisatie 1950-1990

Vrijhandel na 1990

Heden

aanvoer grondstoffen en afzetmarkt

onafhankelijk worden koloniën: ontstaan drie blokken

Koloniën: plantages, specerijen, slavernij

een wereld zonder handelsbelemmeringen

Wat past niet bij vrijhandel?

1. Importheffingen
2. Open grenzen
3. WTO
4. Productieketen

Wat is een gevolg van vrijhandel?

1. Concurrentie neemt toe
2. Concurrentie neemt af
3. Er is geen verschil

Na WOII ontstaat er een nieuwe wereldorde, bestaande uit drie grote blokken. Welke drie?

Democratie

Dictatuur

Communisme

kapitalisme

vrijhandel

planeconomie

Bekijk de foto. Bedenk een bijschrift bij deze cartoon.

Hoe kan een handelsoorlog de globalisering bedreigen?

Klaar?

Ga verder in de studieplanner!