9.4
1 / 25
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Los op: -7+-4=
A
-7+-4=-3
B
-7+-4=3
C
-7+-4=-11
D
-7+-4=11
Slide 3 - Quiz
-7+5=
Wordt de temperatuur warmer of kouder in de ketel?
Wordt de temperatuur warmer of kouder in de ketel?
A
Warmer
B
Kouder
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
De heks wil de ketel 2 graden kouder maken, hoe kan ze dit doen?
A
2 koude blokjes uit de ketel halen
B
2 koude blokjes in de ketel gooien
C
2 warme blokjes uit de ketel halen
D
2 warme blokjes in de ketel doen
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
De begintemperatuur is 7 graden, nu haalt de heks 3 koude blokjes uit de ketel. Wat wordt de optelling?
A
7--3=10
B
7+-3=4
C
7+3=10
D
7-+=4
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Denk aan de heks en haar ketel. Schuif de bewerking die zij kan doen naar de juiste kant.
Het wordt warmer in de ketel.
Het wordt kouder in de ketel.
Warme blokjes erin gooien
Koude blokjes erin gooien
Warme blokjes eruit halen
Koude blokjes eruit halen
Slide 17 - Question de remorquage
5−7
A
2
B
-12
C
-2
D
kan niet
Slide 18 - Quiz
−8−11
A
-19
B
3
C
-3
D
19
Slide 19 - Quiz
−9−16
A
7
B
25
C
-25
D
-7
Slide 20 - Quiz
12−−11
A
-1
B
1
C
-23
D
23
Slide 21 - Quiz
−12−−11
A
-1
B
1
C
-23
D
23
Slide 22 - Quiz
−7−10
A
-3
B
3
C
-17
D
17
Slide 23 - Quiz
Welk getal moet op de ... staan:
3+...=-5
3+...=-5
