AFP 3.2.6. Opbouw menselijk lichaam

Opbouw menselijk lichaam 
AFP 3.2.6. 
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Opbouw menselijk lichaam 
AFP 3.2.6. 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
-De student weet wat cellen, weefsels, organen en orgaanstelsels zijn en kan voorbeelden geven.
-De student weet globaal waar diverse organen zich bevinden in het menselijk lichaam.

-De student kan globaal de mitose en de meiose uitleggen.
-De student kent de belangrijkste begrippen rondom erfelijkheid en kan deze toelichten. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Anatomie - Fysiologie - Pathologie
Anatomie: leer van de lichaamsbouw. Uit welke onderdelen bestaat het lichaam?                                               OPBOUW en VORM
Fysiologie: leer van de lichaamsfuncties. Hoe werkt het lichaam in gezonde toestand?                                        WERKING en FUNCTIE
Pathologie: ziekteleer. Hoe ontstaan en verlopen ziektes in ons lichaam?                                                                                              ZIEKTES

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Organisme
Een organisme is een levend wezen of levend deeltje met een eigen stofwisseling (metabolisme) 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Orgaanstelsel
Organen werken onderling samen binnen een orgaanstelsel.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Organen
Een orgaan is een deel van een levend wezen dat een bepaalde taak heeft. 
Een groep weefsel vormt samen een orgaan. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weefsel
Bestaat uit groepen cellen die ongeveer dezelfde bouw en functie hebben. 
Elk weefsel heeft zijn eigen functie. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Op Cumlaude staat een opdracht die studenten zelfstandig kunnen maken of als je dieper op de stof in wilt gaan.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken van elke lichaamscel:
1. De cel bevat cytoplasma en (meestal) een celkern. 
2. In een cel vindt voortdurend stofwisseling (metabolisme) plaats. 

Slide 21 - Diapositive


Bij punt 2 kun je nog vertellen: 
metabolisme zorgt voor opbouw, afbraak en instandhouding van de cel en daarmee de weefsels. Metabolisme is ook noodzakelijk voor de productie van energie. 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mitose
  • Normale celdeling
  • Er wordt een exacte kopie van de cel gemaakt
  • Hetzelfde aantal chromosomen 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

MITOSE

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Meiose / reductiedeling

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

MEIOSE

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


 Mens: Elke lichaamscel heeft 46 chromosomen: 23 paren.
In alle lichaamscellen zitten twee stuks van elk chromosoom die op elkaar lijken.
Die vormen samen een paar.
Valt je iets op aan de chromosomenparen?

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Erfelijkheid 
Erfelijkheid

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aangeboren of aangeleerd?
Genotype: datgene wat een kind aan erfelijke eigenschappen van zijn ouders meekrijgt.
Fenotype: resultaat van erfelijke aanleg en de invloeden van buiten. Opvoeding, opleiding, gezondheid, etc. 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Maak de opdracht celdeling op Cumlaude.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefentoets
Via de kennistoetsenbank kun je de oefentoets Opbouw menselijk lichaam maken. 

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions