Das Adjektiv

Das Adjektiv
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Das Adjektiv

Slide 1 - Diapositive

Attributive Adjektive
Het bijvoeglijk naamwoord (Adjektiv) geeft een eigenschap van een zelfstandig naamwoord aan en krijgt een uitgang!

De uitgang is afhankelijk van:
1. Het woord dat eraan voorafgaat
2. De naamval van de woordgroep
3. Het getal (enkel- of meervoud)
4. Het geslacht van het zelfstandige naamwoord



Leerboek blz. 253/254

Slide 2 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord: Der-Gruppe

Slide 3 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord: Ein-Gruppe

Slide 4 - Diapositive

Wat is de meest voorkomende uitgang van het Adjektiv in het Duits ?
A
e
B
er
C
en
D
es

Slide 5 - Quiz

In welke naamval(en) komt deze meestvoorkomende uitgang -en ALTIJD voor ?
A
1e en 2e naamval
B
2e en 3e naamval
C
3e en 4e naamval
D
1e en 4e naamval

Slide 6 - Quiz

Waar komt de uitgang -en in beide schema's NIET voor ?
A
mannelijk 1e vrouwelijk 1e
B
vrouwelijk 1e mannelijk 4e
C
onzijdig 1e mannelijk 4e
D
meervoud 1e onzijdig 4e

Slide 7 - Quiz

Waar komt de meestvoorkomende uitgang -en UITSLUITEND voor ?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 8 - Quiz

Er trägt meinen blau... Pulli (m).
A
e
B
er
C
en
D
em

Slide 9 - Quiz

Ich habe diese braun... Schuhe (mv).
A
e
B
en
C
er
D
em

Slide 10 - Quiz

Wir fahren mit einem rot..... Boot (o).
A
e
B
en
C
er
D
em

Slide 11 - Quiz

Mein Bruder hat ein gelb...... T-shirt (0) bekommen.
A
-en
B
-es
C
-e
D
-er

Slide 12 - Quiz

Durch die rot... Hose (v) siehst du hübsch aus!
A
e
B
er
C
en
D
es

Slide 13 - Quiz

Ein groß..... Mann kaufte ein Eis.
A
-en
B
-e
C
-es
D
-er

Slide 14 - Quiz

meer oefenen?
https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica/Naamvallen/Bijvoeglijk%20naamwoord/Bijv.n.w.3deklas.htm

Slide 15 - Diapositive