Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
HC2.2
Wat heb je tot nu toe geleerd?
Slide 1 - Diapositive
1923
1924
1929
1919
1933
1919-1933
1918
1921
timer
1:00
Hyperinflatie
Dawesplan
Beurskrach
Verdrag van Versailles
Rijksdagbrand
Weimar
Slide 2 - Question de remorquage
Waarom werd Duitsland extra zwaar getroffen door de wereldwijde economische crisis?
timer
0:30
A
Het Dawesplan werd stopgezet.
B
Duitsland had geld uitgeleend aan andere landen om de economie weer op te bouwen.
C
Hitler had enorme schulden gemaakt om het leger weer op te bouwen.
D
De Amerikaanse president had opdracht gegeven om alle Duitse producten uit Amerikaanse winkels te halen.
Slide 3 - Quiz
Een vrouw laat haar kachel branden op papiergeld. Waar en wanneer is deze foto gemaakt?
timer
0:30
A
in de Verenigde Staten, kort na de beurskrach van 1929
B
in Duitsland, tussen 1921 en 1924, toen de inflatie extreem hoog was
C
in Italië, kort nadat Mussolini aan de macht kwam.
D
in de Republiek van Weimar, direct nadat de keizer naar Nederland was gevlucht
Slide 4 - Quiz
Na de Eerste Wereldoorlog verloren veel Duitse burgers het vertrouwen in hun regering. Kies de antwoorden die uitleggen hoe dat komt.
timer
0:30
A
De regering had het voor Duitsland vernederende Verdrag van Versailles getekend. Veel Duitse burgers waren daar kwaad om.
B
De regering legde de bevolking erg strenge wetten op. Toen Duitsland nog een keizer had, had de bevolking veel meer vrijheid.
C
De regering had de Republiek van Weimar veroverd. Dat was volgens veel Duitsers onverstandig, omdat het waarschijnlijk tot wraak van de geallieerden zou leiden.
D
De regering nam weinig effectieve maatregelen tegen de economische crisis.
Slide 5 - Quiz
Sommige Duitsers dachten dat de regering in 1918 verraad pleegde door de Duitse legerleiding op te dragen om zich over te geven. Hoe heet deze gedachte (die niet klopte)?
A
Verraad van Versailles
B
Dolkstootlegende
C
Weimarlegende
D
Daweslegende
Slide 6 - Quiz
In 1871 werd het machtsevenwicht in Europa ernstig verstoord. Hoe kwam dat?
A
Italië verenigde zich als koninkrijk met een liberale grondwet.
B
Napoleon vestigt een groot Frans keizerrijk.
C
Rusland wilde meer machtsinvloed in Oost-Europa.
D
Frankrijk in de pan gehakt door Pruisen. Gevolg: Duitse eenwording
Slide 7 - Quiz
Bij welk tijdvak hoort de afbeelding?
A
Tijdvak 10
B
Tijdvak 9
C
Tijdvak 8
D
Tijdvak 7
Slide 8 - Quiz
Wat was het doel van het Dawes plan
A
Eerste Wereldoorlog beëindigen
B
Duitsland en Frankrijk geld lenen.
C
Beurscrisis beëindigen
D
Duitse economie en Amerikaanse handel bevorderen
Slide 9 - Quiz
Drie gebeurtenissen: 1. Hitler komt aan de macht 2.De Fransen bezetten het Ruhrgebied 3.De beurskrach Wat is de goede volgorde? Begin bij het langst geleden.
A
1-2-3
B
2-3-1
C
3-1-2
D
3-2-1
Slide 10 - Quiz
Waardoor ontstond de hyperinflatie in Duitsland
A
Door de beurskrach in Amerika
B
De mensen brengen geen geld naar de bank
C
De mensen betalen geen belasting meer
D
De banken drukken heel veel geld bij
Slide 11 - Quiz
Wat is een van de oorzaken van de Beurskrach in 1929?
A
Duitsland heeft te grote schulden
B
Amerikanen lenen te veel
C
Amerikanen verkopen massaal hun aandelen
D
Amerikanen kochten massaal aandelen
Slide 12 - Quiz
Welk woord heeft niets te maken met nationalisme?
A
vlag
B
land
C
mitrailleur
D
volk
Slide 13 - Quiz
Welk woord heeft niets te maken met militarisme?
A
soldaat
B
volkslied
C
uniform
D
medailles
Slide 14 - Quiz
Een totale oorlog is een oorlog:
A
Waarbij veel landen zijn betrokken.
B
Waarin het hele volk wordt ingeschakeld.
C
Waarin zowel te land als ter zee wordt gevochten.
D
Waarin veel soldaten sneuvelen.
Slide 15 - Quiz
In de Eerste Wereldoorlog vochten, vooral aan Britse en Franse zijde mensen uit hun kolonies mee.
Maak de zin af. Dat mensen uit de kolonies meevechten, is voornamelijk een gevolg van ...
A
het nationalisme
B
het modern imperialisme
C
de bondgenootschappen
D
het militarisme
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Maak een foto van je huiswerk
Slide 21 - Question ouverte
Noem uit je hoofd een kenmerkend aspect uit de tijd van burgers en stoommachines