Tekst en Publiek

H6 lezen Tekst en Publiek
Welkom
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H6 lezen Tekst en Publiek
Welkom

Slide 1 - Diapositive

Afspraken
-We luisteren naar elkaar, als iemand aan is, is de ander stil.
-Bij vragen of opmerkingen steken wij onze vinger omhoog.
-We doen actief mee met de les.
 -Houd je je niet aan deze afspraken dan:
1. Ik noem je naam.
2. Ik schrijf je naam op het bord. 
3. Ik zet je op een andere plek.
4. Nakomen

Slide 2 - Diapositive

Vandaag
1. LessonUp (samen)
2. Opdracht 5 en 6, blz. 207, 208, 209 uit het boek maken. (alleen of in tweetallen)
3. Opdracht 5 en 6 zelf nakijken. (alleen)
4. Klaar? Oefenen in NUMO
5. Afsluiten (samen)

Doel: 
Je kunt de 4 aspecten benoemen waaraan je kunt zien voor wie de tekst geschreven is.
Je kunt de doelgroep bepalen voor wie een tekst geschreven is.

Slide 3 - Diapositive

Lees de tekst

Slide 4 - Diapositive


Voor wie is deze tekst geschreven?
A
jongeren
B
volwassenen
C
ouderen
D
kleuters

Slide 5 - Quiz

Waaraan kun je zien voor welk publiek een tekst geschreven is?
Noem vier aspecten.

Slide 6 - Question ouverte

PUBLIEK van een tekst

Voor welk publiek een tekst bedoeld is,

zie je aan:

- het onderwerp

- het taalgebruik

- de bron

- de lay-out

Slide 7 - Diapositive

Lees de tekst oriënterend

Slide 8 - Diapositive

Wat is de bron van de tekst?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 10 - Question ouverte


Voor welk publiek is deze tekst geschikt?
A
Voor jongeren van 10-12 jaar
B
Voor jongeren van 14-16 jaar
C
Voor volwassen
D
Voor mensen die van surfen houden

Slide 11 - Quiz


Hoe wordt de lezer aangesproken?
A
Met 'je'
B
Met 'u'

Slide 12 - Quiz

Hoe kun je aan de lay-out zien dat de tekst voor jongeren is geschreven?

Slide 13 - Question ouverte

Vandaag
1. LessonUp (samen)
2. Opdracht 5 en 6, blz. 207, 208, 209 uit het boek maken. (alleen of in tweetallen)
3. Opdracht 5 en 6 zelf nakijken. (alleen)
4. Klaar? Oefenen in Quizlet of in het tekstboekje. (alleen)
5. Afsluiten (samen)

Doel: 
Je kunt de 4 aspecten benoemen waaraan je kunt zien voor wie de tekst geschreven is.
Je kunt de doelgroep bepalen voor wie een tekst geschreven is.

Slide 14 - Diapositive

Noem de 4 aspecten waaraan je kunt herkennen voor welk publiek een tekst is geschreven.

Slide 15 - Question ouverte

Klik op onderstaande link. Voor welke doelgroep is deze tekst geschreven?
https://hetvakantiebureau.nl/nieuws/midweek-ouderen-in-het-zonnetje-11-t-m-15-december/

Slide 16 - Question ouverte

Waaraan zie je dat deze tekst voor ouderen is geschreven? Geef ook aan waarom.
https://hetvakantiebureau.nl/nieuws/midweek-ouderen-in-het-zonnetje-11-t-m-15-december/

Slide 17 - Question ouverte