Les 15, les voor PW (2vwo) 29-01

Bonjour les élèves!
Pak je werkboek, etui en aantekeningenschrift.

Ga lezen in je Nederlands boek of ga verder met je woordzoeker. Woordzoeker af? Steek je vinger op.


Aujourd'hui c'est lundi!
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Bonjour les élèves!
Pak je werkboek, etui en aantekeningenschrift.

Ga lezen in je Nederlands boek of ga verder met je woordzoeker. Woordzoeker af? Steek je vinger op.


Aujourd'hui c'est lundi!

Slide 1 - Diapositive

Le programme:
- Huiswerk bespreken
- Leerstof proefwerk doornemen
- Leren voor proefwerk
- Blooket onregelmatige werkwoorden être / avoir / faire / aller

Slide 2 - Diapositive

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk bespreken:
Wat? Pak je aantekeningenschrift en open de bladzijde waar je 2 personen hebt voorgesteld.
3 leerlingen krijgen de beurt om één persoon hardop voor te stellen.

Slide 4 - Diapositive

Persoon voorstellen:
- Naam (il / elle s'appelle........) 
- Leeftijd (il / elle a ....... ans)
- Woonplaats (il / elle habite à ........)
- Hobby's (il / elle aime ......)
- Gezin (il / elle a ............) (une mère / un père / une soeur / un frère)
- Uiterlijk (il / elle a les cheveux .....) (bruns / blonds / noirs / gris)
- Huisdieren (l'animal de compagnie)
- Lievelingsfilm / lievelingsmuziek  (le film préféré / la musique préférée)
Gebruik zinnen uit phrases-clés!

Slide 5 - Diapositive

Nogmaals: leerstof proefwerk:
- Vocabulaire A/B/E/F (FR-NL & NL-FR)
- Grammaire D bijvoeglijk naamwoord (leer je aantekening) & H werkwoorden tot nu toe (zie stencil ww klas 1 en klas 2)
- Phrases-clés C/G (FR-NL & NL-FR)

Slide 6 - Diapositive

Welke werkwoorden?
- werkwoorden op -er (danser / parler / aimer...)
- Passé composé met avoir + uitzonderingen (été, eu, fait)
- Onregelmatige werkwoorden in présent (être, avoir, faire en aller)
+ persoonlijk voornaamwoorden (je / tu / il .....)

Slide 7 - Diapositive

Wie heeft het stencil van alle werkwoorden niet meer?

Steek je vinger op!

Slide 8 - Diapositive

Tips bijvoeglijk naamwoord
- Let op de plaats van het bijvoeglijk naamwoord. Vaak achter het zelfstandig naamwoord. 6 uitzonderingen (bon, beau, grand, nouveau, petit, vieux) staan voor het zelfstandig naamwoord.
- Let op de vorm van het bijvoeglijk naamwoord (zie schema). Vormen bon, beau, nouveau en vieux hebben andere vorm.
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
-
-e
Meervoud
-s
-es

Slide 9 - Diapositive

Stappenplan bijvoeglijk naamwoord:
1. Wat is de plaats van het bijvoeglijk naamwoord ? 
- bon/beau/grand/nouveau/petit/vieux = voor het zelfstandig naamwoord
- ander bijvoeglijk naamwoord = achter het zelfstandig naamwoord

2. Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Is het een onregelmatige vorm? Anders --> mnl. ev. = X / mnl. mv = -s / vrouwelijk ev. = -e / vrouwelijk mv. = -es. Kijk hiervoor naar het zelfstandig naamwoord
De zwarte katten = Les chats noirs (les chats = mnl. mv. --> +s)


Slide 10 - Diapositive

Aan de slag met het leerwerk (in stilte):
Optie 1:
Leren via Slim Stampen

Optie 2:
Online oefentoets maken

Optie 3:
Extra uitleg grammatica
Vorige week afwezig? Ga eerst 2 personen omschrijven (50 woorden)

Je mag muziek luisteren tijdens het leren.

Slide 11 - Diapositive

Succes met leren! À demain!

Slide 12 - Diapositive

Blooket (werkwoorden avoir, être, aller, faire)

https://play.blooket.com/host?id=645b999f51a28635254f38e8

Slide 13 - Diapositive