7 Levensverschijnselen
1 / 10
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
0
Slide 3 - Vidéo
Info:
1: Voeden 2: Bewegen
3: Voortplanten
4: Groeien
5: Waarnemen (voelsprieten - slak)
6: Uitscheiden
(beetje verwarrend door de bewegende
honden)
7: Ademhalen
Slide 4 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
0
Slide 5 - Vidéo
Genoteerd:
Levend:Vogel, maïsplant, kraai
Dood: katoenen shirt, must van vilt, hout
Levenloos: Steen, kunststof hoofd
Welke van de onderstaande levensverschijnselen kan een plant vertonen?
A
allemaal
B
voeden, groeien en voortplanten
C
bewegen, groeien, waarnemen
D
uitscheiden, waarnemen en groeien
Slide 6 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welk levensverschijnsel ontbreekt in het rijtje?
Voeden - Bewegen - Voortplanten - Groeien - Uitscheiden - Waarnemen
Voeden - Bewegen - Voortplanten - Groeien - Uitscheiden - Waarnemen
Slide 7 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke van de onderstaande levensverschijnselen
hebben te maken met het opnemen en/of afgeven van stoffen aan de omgeving?
hebben te maken met het opnemen en/of afgeven van stoffen aan de omgeving?
A
groeien, voeden, ademhalen
B
bewegen, voeden, voortplanting
C
uitscheiden, groeien, bewegen
D
voeden, ademhalen, uitscheiden
Slide 8 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
A
De baal hooi is dood en de banden zijn levenloos
B
De baal hooi is levend en de banden zijn dood
C
De baal hooi is dood en de banden zijn dood
D
De baal hooi is levend en de banden zijn levenloos
Slide 9 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
A
De oesters zijn dood
B
De oesters zijn levenloos
C
De oesters zijn levend
D
Die oesters lust ik niet :)
Slide 10 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
