Het bewegingsstelsel

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Het bewegingsstelsel

Lesdoelen

• Je kunt de bouw en functie van het bewegingsstelsel beschrijven.
  
• Je kunt een verband leggen tussen de bouw en de functie van het bewegingsstelsel.

Weten jullie nog hoe het zit?

Even kijken of de kennis er nog is?

Bescherming van organen is een functie van het skelet

1. Waar
2. Niet waar

Het skelet zorgt voor opslag van mineralen (calcium en fosfaat)

1. Waar
2. Niet waar

Uit hoeveel botten bestaat een skelet van een volwassen persoon?

1. 150
2. 210
3. 100
4. 206

Een baby heeft meer botten dan een volwassen persoon

1. Waar
2. Niet waar

De meeste botjes zitten in de wervelkolom

1. Waar
2. Niet waar

Waar zitten de kleinste botjes in het lichaam?

1. Mond
2. Voet
3. Oor
4. Hand

De botjes in het oor heten: hamer, aambeeld en......

1. Lasso
2. Zaag
3. Stijgbeugel
4. Trommelvliesbot

In het beenmerg worden bloedcellen gemaakt

1. Waar
2. Niet waar

Het dijbeen is een lang bot en valt onder de pijpbeenderen

1. Waar
2. Niet waar

Voor de botaanmaak zijn calcium, fosfaat, hormonen en ......... nodig

1. Vetten
2. Vitamine D
3. Vitamine A
4. Eiwitten

Het kniegewricht bevat één meniscus. Deze werkt als stootkussen en drukverdeler.

1. Waar
2. Niet waar

Welk onderdeel van het gewricht wordt bij nummer 1 aangegeven?

1. Gewrichtsspleet
2. Binnenlaag gewrichtskapsel
3. Gewrichtsvloeistof
4. Gewrichtskraakbeen

Welk onderdeel van het bewegingsstelsel hebben wij nog niet behandeld?

1. Spieren
2. Bloedvaten
3. Gewrichten
4. Pezen

Spieren

Spieren

• Spieren voeren bewegingen uit en zorgen voor de houding van het lichaam.
  
• Een spier (musculus)zit via pezen vast aan twee botten.
  
• Door samen te trekken (contractie) ontstaat een beweging in het gewricht tussen de twee botten.
  
• Soms overspant een spier twee gewrichten. Dan kan de spier beweging in beide gewrichten teweegbrengen. Zo loopt de vierkoppige bovenbeenspier (m. quadriceps) vanaf de heup tot voorbij de knie. Daardoor kan deze spier de heup buigen en de knie strekken.
  

Spierfuncties

• Beweging
  
• Houding en lichaamspositie
  
• Gewrichten stabiliseren
  
• Warmte produceren
  
• Bescherming inwendige organen

Spier en spierweefsel

De bouwsteen van een spier is een spiercel of spiervezel.

Eigenschappen van spiercellen:

• Ze kunnen reageren op elektrische prikkels. De prikkel komt bij de spier via een zenuw.
  
• Ze kunnen zich verkorten door samen te trekken (contractie)
  
• Ze kunnen uitgerekt worden
  
• Na samentrekken of rekken kunnen ze weer hun rustlengte aannemen.

Spiersoorten 

• Dwarsgestreept spierweefsel (willekeurig)
• Glad spierweefsel (onwillekeurig) 
•  Hartspierweefsel (onwillekeurig) 

De werking van spieren en spiergroepen

Spiergroepen

In het lichaam zijn spieren met een tegengestelde werking (antagonisten).

Spieren die zorgen voor buiging (flexie) en voor strekking (extensie).

Spieren die zorgen voor draaiing naar buiten en naar binnen.

Spieren die zorgen voor beweging naar het lichaam toe (adductie) en voor beweging van het lichaam af (abductie).